Lieve allemaal,
Eindelijk was het dan zover. Een paar dagen nadat ik
verhuisd was, werd ik op 11 mei opgenomen in het UMC Utrecht.
Een lieve buurvrouw hielp pakken, de tas stond klaar.
Mijn vader zou die dag zelf ook komen, omdat ik juist die dag ook de sleutel
van mijn oude appartement in moest leveren. 6 jaar zou ik afsluiten symbolisch
door de sleutel in te leveren. Ik was op dat moment gelukkig zelf nog thuis.
Eigenlijk was er die dag ervoor een grappig voorval, wat
wel de stuipen op het lijf joeg van mijn vader en broertje. Deze waren maandag
10 mei druk bezig met de laatste spullen naar de stort brengen.
Ik had die ochtend de assistente van de huisarts gebeld,
om de ambulance voor 11 mei te bestellen.
Mijn vader en broertje wisten dat de Buurtzorg nog zou
komen. En toen ze terugkwamen van de stort stond de ambulance voor de deur. Die
liepen automatisch naar het oude nummer. Inderdaad, mijn vader had zijn hart
ergens kloppen waar het niet hoorde te kloppen, en mijn broertje was lijkbleek.
Bleek dat ze een foutje hadden gemaakt in de meldkamer,
ze waren een dag te vroeg. Mijn vader had in de auto gezeten en dacht: Jeetje,
help, nu is de Buurtzorg er en blijkt het toch niet goed te zitten met het
abces/de ontsteking. Omdat deze er helaas nog steeds zit. Dat wist hij.
Maar alles berustte op een misverstand. Ach, nu wisten ze
meteen waar ik nu woon, en wist ik zeker dat het voor de volgende dag goed was doorgegeven.
Natuurlijk vind ik het altijd heel naar voor mijn familie als ze zo met mijn
ziekte geconfronteerd moeten worden. Want het liefst wil je dat iedereen gezond
is!
11 mei kwam de woningopzichter vroeg, en was ik er zelf
ook een beetje bij om de sleutels in te leveren. Maar nu bleek dat ze de sloten
om gingen zetten, zodat ik toch al mijn sleutels kon behouden. Echt een
coulance van de woningbouw, want het is heel duur om sleutels erbij te moeten
laten maken. Ze hadden dat gedaan omdat ik voor Fokus zo veel sleutels nodig
heb, in verband met het feit dat ze altijd mijn woning kunnen betreden tijdens
een aanval. En ze hiervoor niet steeds de moedersleutel hoeven aan te breken,
scheelt mij vele formulieren in te vullen. En voor de ADL assistentes veel
werk.
En zo neem ik toch de 6 jaar dat ik prettig heb
gewoond mee, en mag ik hier met de al 6 prachtige jaren verder, en nog meer
jaren erbij op gaan tellen ik ga mijn best doen, kan uiteraard niets beloven
Om half 1 was de ambulance er. Gelukkig een bekende
ambulanceverpleegkundige, dat voelde vertrouwd, iemand die aan een half woord
genoeg heeft. Ze heeft de rit zo comfortabel mogelijk gemaakt, en degene die
reed, reed als een zonnetje over de weg, met alle rust, hobbels vermijdend.
Na een uur kwamen we aan. Ik had zo de hoop dat ik mij
moest melden op afdeling D4, maar bij de opnamebalie hoorde ik C4. De moed
zakte mij in de wielen van de brancard, Ik hoopte met het naar boven gaan nog
steeds dat het een foutje was. Maar helaas bleek het niet zo te zijn. Niet de
voor mij zo vertrouwde afdeling, maar een nieuwe afdeling. Help! Eigenlijk
wilde ik toen al rechtsomkeer maken, dan is het op zich wel handig als je
geduwd wordt. Dan kun je niet vluchten, hè. Maar het liefst was ik met grote
hazensprongen weg gegaloppeerd.
Toen ik aankwam op kamer 7, zag ik nog meer wat mij geen
moed gaf: helaas er stond geen goed bed. Ik vraag altijd van tevoren aan, bijna
in drievoud, of er een luchtwisselmatras en een dekenboog besteld kan worden.
En dat stond helaas niet op mijn plekje in een hoekje. Na mijn laatste escapade
met het ziekenhuis trok ik het even niet meer, en zonder dat ik het wilde,
biggelden de tranen over mijn wangen.
De ambulanceverpleegkundige probeerde mij nog gerust te
stellen. ‘Het komt goed.’ ‘Ja, maar u hebt niet de ervaringen die ik helaas al
heb.’ En ik had zo de hoop in de vaste afdeling, waar ze mij kennen. En nu moest
ik voor mijn gevoel weer helemaal opnieuw beginnen. Gelukkig was mijn vriendin
al voor mij in het ziekenhuis aanwezig, en was ik daar niet alleen. Uiteindelijk
moest ik natuurlijk wel over op het bed dat er stond (ik kan helaas niet meer
op een gewoon bed liggen in verband met doorlig plekken, en me nog meer gevaar
op doorligplekken), omdat de ambulance terug moest naar Apeldoorn, en toch een
behoorlijke rit te gaan had.
Ze hadden wel meteen een goed bed besteld, maar dat zou pas
einde van de middag komen of zo. Wat de Utrechtenaren hebben met het woordje
“of zo” geen idee? Misschien is dat bij ons wel “och straks” maar het geeft
weinig hoop.
Ik lag op een zaal met nog twee andere mensen, een jonge
man, zijn eerste opname, ook meteen een pittige. En een heel lieve, bijzondere
vrouw van 75. Wat een pit had ze, wat een power!
De overbuurman hoopte snel naar huis te mogen, hij was al
te lang in het ziekenhuis, en mijn ‘buuf’ was net geopereerd.
Al snel kwam ik erachter dat ik mijn mobiele telefoon
kwijt was, ‘Hellup!’ Wat voelde ik mij onthand, en nog kleiner dan klein. Ik
ben er altijd zo zuinig op. Hoe kon dit toch?
Mijn vriendin was zo handig om de assistente van mijn
huisarts te bellen, gelukkig wist ik het nummer uit mijn hoofd. Ze kreeg zo het
nummer van de ambulancedienst. Toen ze daarnaar belde, kreeg ze wel even de
wind van voren: ze had het nooit mogen bellen. Tja, ook maar gekregen. En echt,
als ik alle warme douches kon geven die er zijn in Nederland, gaf ik die aan hen.
Mijn mobiel was gevonden! Tijdens een spasme in de ambulance was deze ergens
tussen gevallen, en het ambulanceteam dat mij had gebracht en al op weg was
naar Apeldoorn, kwam teruggereden, en ze kwamen mij mijn telefoon geven. Zo
bijzonder, en zo ontzettend fijn! En dan te bedenken dat we 20 jaar geleden
alles nog zonder mobiele telefoon deden en nu niet zonder kunnen. Mijn vriendin
bleef gelukkig, dat was gezellig. Ze had een prachtige housewarming cadeau voor
mijn nieuwe woning gegeven (we hadden namelijk eerst bij mij thuis afgesproken,
maar toen kwam deze opname ertussen en toen zei ze resuluut “dan kom ik naar
Utrecht”), maar ik vond vooral haar aanwezigheid erg prettig.
Uiteindelijk in de avond kreeg ik gelukkig het juiste
matras, heel erg blij mee. Alleen moest ik het helaas zonder de dekenboog
stellen, maar ik verdraag de dekens echt niet op mijn voeten, dus een ‘Buurman &
Buurman’-actie (een tv-poppenserie over twee mannetjes die van alles uit de
kast halen om iets voor elkaar te krijgen, maar daarmee helpen ze zich meer van
de regen in de drup). Ik heb uiteindelijk gevraagd of ze nog een nachtkastje
overhadden. Toen de plank uitgeklapt, deze over het bed heen gezet, en daar de
dekens overheen. ‘Ajeto!’ ‘Voor mekaar, hè buur!’ en gelukkig geen regen in de
drup actie!
Die nacht was een lange nacht. Ik zag toch wel tegen de
operatie op al hielden lieve vriendinnen mij dien nacht bezig, ook een
dochtertje van een bijzondere vriendin, die mij een goede nacht wenst, zo lief,
ik heb dat de gehele nacht afgespeeld, en andere foto’s . In mijn ogen was het
niet nodig geweest deze operatie als ze meteen een dikkere sonde in hadden
gebracht. Maar goed het is nu eenmaal gebeurd.
Ik werd die ochtend in een geweldig geel jasje geholpen,
en dan was het wachten. Ook hier waren het mijn vrienden en familie leden die
mij opbeurden, veel lieve foto’s.
Storm en Eveline
Bijzondere handen, vol bescherming,
Uiteindelijk was ik aan de beurt. Mijn maag maakte een
sprongetje. En ik liet me rijden. Daar stond een heel lief anesthesistenteam op
mij te wachten. Ik wilde niet in de verkeerde flow de narcose in gaan ( na
alles wat er gebeurd was, als je zo je narcose in gaat, zo kom je er ook weer
uit), en daar hielpen ze mij goed bij, alles heel rustig, en goed uitleggend. Ze
deed al meteen het zuurstofmasker over mijn mond en neus, en de andere
anesthesiste, diende langzaam alle medicaties via infuus toe. Toch duurde het
lang voor ik weg gleed in een rustige droom, ik moest er zelfs nog om lachen,
en ik denk dat, dat lachen zorgde voor de ontspanning die ik nodig had, want
toen gleed ik weg. Ik weet dat ik bij kwam op de tafel, compleet verkrampte. We
hadden afgesproken wat ze zou doen. Dat gebeurde ook.
Zelf ben ik toch 24 uur kwijt. Ik ben altijd misselijk na
een narcose, maar ach, dat is normaal. Maar het suffe heb ik de laatste tijd
vaker, en ja dan ben ik echt zo een vele uren van de wereld.
Gelukkig, de volgende dag was ik er weer. Ik hoorde toen
ook dat ze mijn familie niet hadden gebeld, mijn zusje uiteindelijk het
ziekenhuis heeft gebeld om half tien en toen pas de antwoorden kregen. Dat vond
ik wel heel moeilijk, omdat elke narcose toch wel heel erg is, omdat mijn
lichaam er steeds minder aan kunnen, die hebben de gehele dag van alles bedacht
tot het ergste aan toe, en dat is pijnlijk. Alhoewel ik veel pijn had. Helaas,
het abces/de ontsteking zat er nog wel. Dat is wel op de echo gezien. Hij had
ook een kweek afgenomen. Ik wilde juist dat ze dat ook goed aan zouden pakken
nu lag ik daar toch, kon er toch net zo goed een antibiotica via het infuus in,
maar helaas. Maar het voornaamste is, dat er nu wel een dikkere sonde in zit. En ik mijn neus-duodenumsonde kwijt ben
Alleen de pijn werd heftiger, waardoor het pijnteam erbij
werd gehaald. Uiteindelijk gingen ze niets doen aan de ontsteking. Maar greep
het pijnteam gelukkig wel in, bij de pijn. Dus heb ik besloten dat ik een week
na de ingreep weer richting mijn paleis zou gaan.
Ik voelde mij soms niet goed begrepen op de afdeling,
gelukkig soms wel! En ik dacht: thuis kan ik de pijn ook uitzingen. Alleen de
spasmes zouden wat problemen gaan geven. Deze hadden toegenomen door de pijn.
Sowieso de verkrampingen in het hele lichaam.
En het abces/de ontsteking is meer aan het woekeren. Dus ik
heb nu twee nieuwe kuren, omdat ik last heb van twee bacteriën, waar niet één
kuur voor te gebruiken is. Nu hopen dat ze aanslaan. Nu met een negende kuur
moet het toch echt lukken?
En zeg nou zelf: met dit uitzicht wil ik toch ook alleen
maar thuis liggen! Niet in een ziekenhuis waar ze mij niet begrepen, niet
ingrepen. En mij meer las te gecompliceerd zouden omschrijven. Door de teveel
aan ziektes, achteruitgangen, progressiviteit, en dat ik er altijd positief mee
om ga, nee dat snappen artsen niet.
Storm kwam een dagje later, hij was aan het logeren bij
de beste jeugd hulphonden-oppasster die er bestaat. Ik wilde heel graag dat ze
Storm zelf terug kon brengen.
Twee
avonden zijn mijn familie leden druk geweest om iets prachtigs te bouwen,
waardoor mijn leven een stuk makkelijker word, tot de gemeente mijn elektrische
lig brancard/bed vergoeden (Inmiddels weet ik ook dat, dat is afgewezen, en ik
nu druk ben met mijn bezwaarschrift) Maar ik bent trots op jullie, dit maakt
het zoveel makkelijker voor mij, en de vrijwilligers om weg te gaan
Door de ziekenhuisopname, zouden mensen vergeten dat ik
toch echt verhuisd ben, en natuurlijk terug ben in mijn woning, helaas vanuit
Fokus weinig respons, Ja, een enkeling wel hoor, lieve reacties van adl assistentes, maar veelal ook gezeur en, ja dat doet pijn. Maar alle kaarten van alle lieve
mensen om mij heen maakt zoveel goed. Toch het gevoel dat ik echt verhuisd ben,
de indeling is dan niet helemaal anders, maar er zit wel een andere kleur op de
muur, andere gordijnen, andere kleur vloer. En toch raakt het mij ergens, ik
moest het loslaten, ik weet het maar vind het moeilijk. Maar nu druk bezig met wat ik wilde maken voor de adl assistentes, kan denken laat maar zitten, maar zo zit ik niet in elkaar.
Ik had een schoolreünie van de basisschool 21 mei 2016 ,
even weer terug in de tijd, 30 jaar terug. De tijd waarin alles nog heerlijk en
onbezonnen was, je je niet druk maakte om de boze, nare wereld.
Samen met vier andere klasgenoten zijn we al maanden
bezig met het organiseren. En ik kijk er ook erg naar uit. En of ik nu thuis
lig met pijn of daar, maakt mij ook niet zoveel uit.
Het idee om de meesten weer te zien. Superleuk!
Dus ik had een vroege afspraak gemaakt, en ik had dit
verzetje ook echt even nodig.
Maar ik had gelukkig die ochtend iemand, die goed met
make-up is. En met haar, ik wil dan er ook gewoon mooi uit zien. Niet meer
zoals die twaalf jarige met bloempotkapsel nummer 8,. Grappig is dat hoe je dan
altijd terug denkt aan die tijd.
Ik was altijd het onbegrepen kind, geeft niet hoor ik ben
die tijd prima doorgekomen.
Eenmaal weer in Vaassen eerst even naar de supermarkt, om
drinken voor de vrijwilligers te halen, ze laden mij uit met bed en al door de
winkel heen. Super druk natuurlijk op de zaterdag, maar er werd ruimte gemaakt,
niemand deed moeilijk en hoe heerlijk om gewoon zelf even je boodschapjes te
kunnen halen.
We kwamen mooi op tijd aan, ik merkte wel dat de
ziekenhuis opname weer een aanslag had gemaakt op mijn levens batterij, geen
nood, ik heb er een van Duracell. Alleen na een half uurtje, was ik al op,. Wat
ik dan moeilijk vind als het dan zichtbaar word. Het werd ook uitgesproken dat
is niet erg. Maar we hadden drie jaar geleden ook een reünie, en dan vergeleken
met drie jaar geleden, ja dan is dit toch wel heel veel. Ik ontken ook niet,
dat ik tijdens gesprekken soms weg zakte, gelukkig is Storm er dan om hulp in
te roepen. Uiteindelijk heb ik “Klasgenoten” (een tv programma) nagedaan. En
leuke anekdotes opgehaald. En leuke en mooie herinneringen, ook moeilijke.
Voor
het open-podium had helaas niemand zich opgegeven. Misschien durfden we vroeger
meer dan nu. Maar misschien dat, dat bij mij anders was. Ik had bedacht om iets
te gaan zingen, nu ik eindelijk die sonde slang uit mijn neus kwijt was, besloot
ik om “Mag ik dan bij jou” te zingen. Ik wist niet of mijn stem het zou houden,
of ik, maar ik heb het gered. Ik vind dat nummer zoveel zeggend. Je hebt met
elkaar toch 8 jaar lief en leed gedeeld, en nu vaak nog.
We besloten het geheel feestelijk met een barbecue, ik
moest voortijdig al af breken, maar wat was het gezellig. Dank lieve schoolklas
van de CBS de Kosterstraat in Vaassen!.
Helaas was niet iedereen aanwezig, wie weet over 3 jaar?
Nu is de batterij iets opgeladen om dit te kunnen posten,
en plaatsen.
Lieve groetjes,
Sterremaan en Storm
School reünie,
Met angst en beven ging ik met mijn rugzakje over mijn
rug, naar de kleuterklas,
Ik was een kind wat in de rustige leeshoek zat, niet in
de poppenhoek, spelend met andere kinderen in haar sas.
In groep drie mocht ik leren rekenen en schrijven,
Ik was ook nooit het kind dat na hoefde te blijven.
In groep vier leerde ik steeds meer woorden, en ging het
rekenen mij ook goed af,
En ook daar zat ik nooit in de hoek voor straf,
In groep vijf, had je, je eigen taakjes, en mocht je
zoveel leren als je maar kon,
Ik weet dat ik toen echt genoot van de opdrachten en het
leren, op mijn plekje in de zon,
In groep 6 genoot ik van de bijbel verhalen van de
meester, die zo sprekend werden verteld,
Maar haatte ik gym, omdat ik als laatste werd geteld.
Groep 7 leerde ik blokfluit spelen, en zingen, alleen zat
ik achterin de klas.
De meester was niet blij met mij, ik zat immers niet meer
op zijn kinderkoor, hij was met mij minder in zijn sas.
In groep 8 leerden wij de Air-Gunners kennen, de mensen
die hebben gevochten voor ons bestaan.
We leerden Engels, en waren zeer met deze mensen begaan.
Nu 30 jaar later, is er veel veranderd, in ieders leven.
En kijken ik terug op ons schooljaar, hoe kinds wij
konden zijn, voor zover het ons werd
gegeven.
©Alma