zaterdag 28 december 2013

2013 overdacht

2013, 

13 het ongeluksgetal, zwarte katten gespinsel, niet onder ladder door lopen, vrijdagen de dertiende in het jaar 2013, heeft ook wel alles gebracht, waar het getal voor staat. 
Als ik nu alles op de Weegschaal zou moeten leggen, dan weegt hij nu toch echt voor dit jaar de verkeerde kant op. Of toch? 

Ondanks ik aan het begin van het jaar geroepen heb, ach, doen we even. Joh, komt goed, ik was degene die iedereen troostte, maar ik onderging het. En geloof mij, natuurlijk heb ik meerdere hel jaren gekend. Maar ook nu wil ik niet dat het getal dertien, mij er onder krijgt mij niet gezien!

Ik heb het jaar ook vele dingen vanuit het onheil op een positieve manier mogen ervaren. 

In Januari die operatie, dat iets anders verliep als gehoopt. Nee, ik deed dat niet zomaar even. Maar het was medisch noodzakelijk. Maar dan met de boodschap naar huis gaan, het is progressief, en we weten niet hoe? En laat je niet meer opereren, dat kun je lichamelijk niet meer aan. Ja, normaal zou je, je bijltje erbij neergooien. Maar ik wil niet, mij krijgt die dertien niet gezien! 

Eenmaal bij thuiskomst, bleek de revalidatie na de operatie moeizamer dan verwacht. Ik wil wel, maar oh wat heb ik je vervloekt, lichaam jij wilde niet. Ik heb je lief omdat ik het met je moet doen. Ik heb immers dit lijf gekregen. En ik weet niet hoe jij erover denkt, maar ik wil nog heel lang door. En ondanks mijn lijf mij steeds meer in de steek laat, hoe sterker mijn ziel word. En ik weet ook dat jij het niet moedwillig doet. Het is zo als het is. 

Geloof, hoop en liefde deze woorden gingen elke dag, elke minuut elke seconde de Revu voorbij. Geloof in mijn lichaam, dat hij het kan, liefde omdat ik je koester, omdat ik weet dat je het kan. 
En elke keer als ik bijna dreigde het bijltje erbij neer te gooien, waren daar mijn vrienden. Mijn netwerk, mijn netweb, die ik als spin stevig gesponnen heb. Ik heb mijn vrienden lief, ik heb geloof in ze, en hoop op een mooi 2014. 

De dagen verstreken, en er kwamen steeds meer acceptaties bij. En nee, dat ging niet zo makkelijk als ik dit nu beschrijf. Het ging met bloed, zweet en tranen. Steeds je doelen maar aanpassen. Soms was ik het zo zat. Ik was jou zat lichaam. En oh, als ik je in kon ruilen deed ik dat. Maar nee, dan zit iemand anders ermee. 

Ik tik dit nu met Marco Borsato op de achtergrond, hij zingt "duizend scherven", de toekomst lijkt zo zwart, maar toch voel ik mij vrij. En ja zo voel ik mij. 
Ik voel mij vrij, omdat ik weiger, mijn ziektes de overhand te laten nemen. 

Je leeft je leven verder, tussen onbeantwoorde vragen. Maar de kring om mij heen houd mij vast. Vrienden die zijn gekomen, en zijn gebleven. Die ik vasthoud en koester. Heel erg diep in mijn hart. En nu Marco in zet op "waarom" moet ik wat tranen weg vegen, omdat ik mijn schermpje niet meer kan zien. Ja natuurlijk vraag ik mij af waarom? Waarom moet het zo gaan? Ik zou zo graag willen zien waarvoor ik leef? En dat alles niet voor niets is. 
Bijzonder wat muziek met je kan doen. Ja het houd mij op de been. Omdat ik mijn emotie thuis kan in bepaalde teksten. 
En nu ik dit geschreven heb denk ik. Ik mag in mijn handen knijpen met de "echte" vrienden om mij heen. Ik mag in mijn handen knijpen omdat ik mezelf lief heb, en een ander. Ik mag in mijn handen knijpen om vast te houden. Juist vast te houden aan het leven!

En als ik dan naar mijn Weegschaal kijk, hangt hij toch weer gelijk. Al zou ik meer willen terug kunnen doen. Voor al mijn vrienden. En al zeggen ze, "ja maar jij hebt ons lief", "en dat is meer waard dan duizend liefdes". "En ik omhels, en loop en vecht met je mee". Tranen kan ik niet meer bedwingen. Misschien omdat het einde van dit jaar eindigt, of omdat ik eerlijk moet zijn en zeggen, dit was niet mijn jaar? 

Lieve groetjes Sterremaan en Storm 


zondag 22 december 2013

drukke dagen voor kerst

Lieve allemaal,

Een turbulente week, dat is het bij iedereen zo vlak voor de kerst lijkt mij. Het huis moet spik en span zijn, de boodschappen gedaan worden. Dat is iets wat nu bij de meeste huishoudens, afspeelt. Zo worden “de donkere dagen voor kerst”, met veel warmte en licht omarmt. Maar ook ben ik mij er van bewust dat het bij vele, huishoudens niet zo is. Mensen die eenzaam zijn, in een verpleeghuis/verzorgingshuis verblijven. Mensen die in het ziekenhuis liggen, en uiteraard daar de familieleden van. Maar het geld zeker voor mensen die een geliefde moeten missen. Daar blijven het donkere dagen. En hoe fel de “Noorder-ster” ook schijnt, des te donker deze dagen blijven.
Met deze gedachten,  probeer ik deze week als een geschenk te zien, een geschenk dat er zoveel liefde is, rondom mij, dat mensen hier graag komen nog voor de kerst. Al zijn dat drukke momenten voor mij, toch kan ik er intens van genieten.   

Afgelopen, woensdag moest ik naar het ziekenhuis, naar de pijnpoli. Ik moest al best een tijdje wachten op deze afspraak,  maar het was wel fijn om bij mijn oude vertrouwde pijnarts terug te komen. Ik had hoop, hoop op een behandeling met het middel Ketamine, omdat ik daar best veel baat bij heb gehad.
Ik was op tijd, in het ziekenhuis,  en na een uitvoerig gesprek met de pijnverpleegkundige, kon ik door naar de pijnarts. Ik weet nooit of het goed is, als mijn arts mijn voor en achternaam nog weet.  Maar ik denk aan zijn uitspraak en gezichtsuitdrukking te merken, dat hij het goed bedoelde.
Helaas voor mij werd het al snel duidelijk dat de Ketamine niet meer ging. Omdat mijn lever dat niet meer verdraagt. En wat ik dan zo knap vind, als een arts eerlijk is en zegt. Ik doe je te kort als ik je behandel, als ik weet dat mijn collega in een ander ziekenhuis, het beter kan dan mij.   
Na deze zin kreeg ik wel de nodige uitleg.
Alleen of ik hier nu blij mee ben. Dat weet ik niet, weer de mallemolen in, maar aan de andere kant,  wel weer een stukje hoop. 
Ik word nu doorgestuurd naar Rotterdam, naar een specialist die gespecialiseerd is in alle dystrofie soorten. Daar word nu gekeken, om welke soort het gaat, hoe het beloop zou gaan zijn. En welke behandeling het beste is. Wat ik wel moeilijk vind is de afstand, omdat ik dat lichamelijk heel erg slecht vol hou.
Het was een hele dubbele afspraak, blij dat er toch hoop is, en erkenning dat de pomp er niet uit had gemoeten, en dat er misschien nog iets te doen is, aan de snelle achteruitgang.  Maar, had graag gehad, dat ik dichterbij behandeld had kunnen worden. En natuurlijk baal ik van mezelf, dat ik destijds de arts maar vol bleef houden, en ik eraan toe heb gegeven in plaats van mijn gevoel te volgen, dat ik te pomp had moeten behouden. Maar als ik daar aan terug denk, dan kan ik nog boos worden op mezelf. Maar ik had besloten dat niet meer te doen.  We gaan nu kijken, of we die snelle achteruit gang tegen kunnen gaan. En daar gaan we voor. Dat is allemaal voor 2014!


Vandaag de laatste spullen pakken, want wil heel graag vluchten, vluchten voor de enorme vuurwerk knallen. En mijn lichaam rust gunnen,  want daar snak ik naar. 

Ik kreeg van de week al hele mooie lieve kerstwensen,  en ook andere kaarten, met rakende teksten. Soms kan dat je enorm aangrijpen, dan schieten de tranen in je ogen en wil je alleen maar zingen, “Mag ik dan bij jou” van Claudia de Breij, en zo is het zoals ik het soms voel.  Ik wil altijd aan anderen geven, waardoor ik mezelf vaak vergeet. Maar de tekst die binnenkwam op de kaart,  was raak, en dacht ja nu moet ik het vragen “Mag ik dan bij jou”!

Lieve groetjes Sterremaan en Storm





zondag 15 december 2013

Back in blog town, de media stilte is voorbij

Lieve allemaal,

Na lang niets zelfstandig geschreven te hebben, ben ik weer back in town. De media stilte is voorbij, sinds gisteren kan ik mijn eigen teksten, weer schrijven en plaatsen.

Afgelopen vrijdag kwam de monteur mijn computer aanpassingen brengen. En kan nu al zeggen dat het, het wachten waard is. Mijn computer hangt nu aan een mooie steun, en ik werk met een programma dat “Lucy” heet. En met behulp van het programma “Skippy”.
Ik typ de letters met behulp, van een laser lampje dat bevestigd is aan mijn  bril, en skippy herkent  er dan woorden in waardoor ik dan niet het gehele woord hoef te typen. Eigenlijk net als op je mobiel of je tablet, mits je deze functie aan hebt staan. Spraakherkenning ging niet meer dan is het fijn dat ze toch steeds nieuwe producten uit vinden.

In de tijd tussen mijn laatste blog en deze blog heeft mijn leven niet stil gestaan, juist blij dat het is door gegaan. En er hebben vele negatieve, gebeurtenissen afgespeeld maar ook vele positieve. Eigenlijk te veel om nu te beschrijven, ik ga proberen dat in de loop van de tijd weer te doen.
Ik hou het nu maar bij deze week.

Jullie kennen het vast  allemaal wel, je word van het kastje naar de wel bekende muur gestuurd, en  je dan van wanhoop je haren uit je hoofd wil trekken. Ik was al twee weken bezig om mijn zorg uren voor mijn verblijf bij mijn ouders en mijn vlucht verblijf vanwege vuurwerk om te zetten naar de zorg daar. Om mijn ouders te ontzien, en genoeg zorg te hebben met de vuurwerk periode. Uiteindelijk na een brand mail kwam het toch goed. De volhouder wint!

De uitslag gekregen van de onderzoeken van de MDL-arts. Hij kan er niets meer aan doen. Het heeft te maken met de progressieve kant van mijn ziek zijn. Dit maakt wel dat ik mij afvraag wat word het volgende? En ook al heb ik een opgeruimd positief karakter, ik ben ook zo af en toe bang maar dat mag daar ben ik immers een mens voor. Anders lijk ik meer op een voor geprogrammeerde
a-emotionele robot. Gelukkig ben ik dat niet.

Maar ik vond na al het geregel van de week, dat ik ook iets voor mezelf had verdient, en daarom dacht ik bel maar eens de firma, van de computer aanpassingen hoever het stond. En tot mijn verbazing, was het al zover. En mijn hersenspinsels gingen op volle toeren draaien, eindelijk weer verder, met wat ik ook leuk vind, weer schrijven. Want door het schrijven kan ik weg duiken, duiken voor alle ellende af en toe. En natuurlijk beleef ik ook juist hele mooie en pure momenten. Zoals deze week dat het met de computer aanpassingen wel goed ging!

Lieve en warme groet, 

Sterremaan en Storm




Kastje naar de muur

Als een bal met rode stippen,
Word ik voortgeduwd door vele lippen
Van de ene muur naar het andere kastje
Daardoor liep mijn bal op,  dat ene na het andere krasje

Voordat er duidelijkheid ontstaat, 
Is het soms al te laat, 
Maar toch probeer ik het te overzien, want moet
het niet laten liggen niet gaan staken
anders begint mijn tere bal met
rode stippen, steeds kwetsbaarder te raken.
En dan overleefd het de volgende knal niet, 
En dat is helaas niet het geen, wat de
mensen achter hun bureaus beseffen en ziet, 

zodat ze de volgende keer beter meewerken
om zo de tere bal met rode stippen te versterken.

                           ©Alma



maandag 27 mei 2013

Warme vriendschap, zoveel waard


Lieve allemaal,

Waar te beginnen. Een week waarin duidelijk werd waar vriendschappen voor bestaan. Voor warmte bescherming, beschutting, bemoedigende woorden. Een huilende schouder. Maar dit kan alleen als het van twee kanten komt.

De week begon zoals alle andere weken, fysiotherapie, was flink bikkelen, en om eerlijk te zijn. Viel het mij zwaarder als die week ervoor. Maar ik wil zo ontzettend graag, dat je dan toch door zet. En door gaat.
En dan toch een halve minuut erbij sprokkelt. jipaje

Helaas slaat de Sonde voeding nog niet echt goed aan. Ik blijf afvallen. Ontzettend misselijk, waardoor ik soms toch blijf spugen. En, dat was na dinsdag natuurlijk ook even iets erger. Dat vind ik wel enorm lastig. Die worsteling, je wilt zo ontzettend graag ergens na toe werken, maar dat gaat niet 1 2 3. En het lijkt  dan voor de buiten wereld alsof ik daar vrede mee moet hebben. Maar binnen in mij schreeuw ik, huil ik vecht ik, wil ik!

Woensdagmiddag gezellig bezoek, was erg leuk ben ook nog een enorm verwend en niet te vergeten Storm ook. Een mooi plantje kwam naast mijn bed te staan, met een vlinder erop. En ik kreeg een heel mooi in elkaar gezet mandje. Die ik ook makkelijk zelf kon namaken. Zeker omdat ik toch probeer iets te kunnen, met mijn kaarten. Al is het een plaatje knippen. Gewoon bezig zijn met mijn favoriete hobby.
Toch proberen eruit te halen wat erin zit.

Later die avond was het mijn jam avondje. En eigenlijk hadden we een te grappige Jam Sessie. Het ging van geen kanten. Maar wat hebben we gelachen. En dat is ook wel eens goed.
Hij bracht een verassing voor mij mee. Van een vriendin, die ik heb leren kennen via het internet. Twee keer heb mogen ontmoeten omdat de boot bij haar in de boot aanmeerde, om daar aan boord te gaan. Ze had een bemoedigend mand gemaakt. Haar eerste zelf gemaakte kaart zat erin met een ontzettend lieve tekst. En, ook haar moeder had een kaartje geschreven, en haar zus had ook een heel lief berichtje achter gelaten. Spontaan kwamen de tranen los bij mij. Zoveel mooie woorden. Bijna teveel mooie woorden. Ik doe het toch gewoon uit simpele vriendinnen liefde. Maar als iemand op papier schrijft wat je voor degene betekend, of dat een familie lid dat doet. Dat raakt, het raakt het diepste van je hart. Je hoopt dat je altijd alles geeft wat je kunt geven in een vriendschap, Naast dat er knutselspullen in het mandje zaten, zat er ook een hele mooie cd in. Ik had bijna alle cd’s van dit zang duo, maar eentje miste ik er. En dat was deze. De nieuwste. En toen ik hem de volgende dag op zet. Kwam het eerste nummer wat ik hoorde op de cd zo binnen. Zo ontzettend binnen. Dat niet alleen ik snikkend op mijn bed lag. Maar ook de ADL die bezig was met mijn afwas, stond te huilen in de keuken. “Hou vol”de titel zegt het al, en ja dat was het ook.

Donderdag was het nog een bijzondere dag. Storm en ik zijn officieel 2 jaar bij elkaar. Ja mijn grote bruine vriend. Mijn maatje, mijn alles. En ik kreeg van hem een bijzonder cadeau. Die ik elke dag van hem krijg. Onvoorwaardelijke liefde.



Maar deze dag werd nog specialer. Mijn vriendin uit Limburg zou komen. Ik leerde haar op 5 Juni 2000 kennen op dystrofie kamp. En sinds die tijd zijn wij altijd vriendinnen gebleven. Met haar kan ik alles delen. De minder leuke dingen, de juist mooie dingen des levens. Ik weet dat het een heel emotioneel weerzien zou zijn. Ze kwam samen met haar mooie dochtertje. Die ging ik ook voor het eerst ontmoeten. We hebben samen gehuild, we hebben samen gelachen, we hebben gedeeld. En door het slechte weer moest ze wel eerder vertrekken. Maar misschien vertelde het weer wel, in welke storm wij verkeren. De Storm van vriendschap, het delen van de hele moeilijke dingen, de angsten en het pijn. En af en toe kwam er een glimp van de zon, Dat eigenlijk een soort knipoog betekende,. Een knipoog van de warmte in onze vriendschap, en onze omhelzing. Ja ik heb stuk voor stuk dierbare vriendinnen. Kennissen en lieve mensen om mij heen.
Het was een zeer bijzondere en emotionele dag.

In het weekend was het spannend nieuws, wel of niet bij een bruiloft aanwezig te kunnen zijn. In eerste instantie wilde de instantie mee werken. Maar vonden de afstanden toch te ver. Waardoor nu nog de hoop is op een andere instantie. Ik hoop zo dat ze het voor elkaar krijgt. Want zou het heerlijk en mooi vinden om de bruiloft mee te kunnen maken.

Verder het weekend wat strubbelingen met mezelf, mag ook soms toch? De zon scheen zo heerlijk naar binnen. En na bijna 6 maanden binnen mijn vier muren snak ik naar de buiten lucht. Ook al regent het. Ja, ook daar zou ik blij mee zijn. En ergens is het toch ook menselijk om deze strubbeling te hebben. Wie wil er niet naar buiten. Als de zon schijnt,
Ja ik hou vol, juist aan de geluk momenten, de kleine momenten. De pure momenten, de warme momenten.

Ik ga niet!

Ik ga niet zomaar weg zonder iets te zeggen.
Ik ga niet zomaar weg zonder tekst
Ik ga niet zomaar weg zonder een knuffel
Ik ga niet zomaar weg zonder een kus.


Wees niet bang kan ik dan wel zeggen,

Maar de angst blijft er altijd,
Dat het over is, verloren de strijd. 


Maar zo ga ik niet weg dat heb ik beloofd.

Ik hoop dat dit jou gevoel een beetje dooft.
Natuurlijk kan ik je geen garanties geven.
Want dat kan tenslotte niemand in het leven.

                           ©Alma 


Deel 16

Er viel aarde naar beneden. En er rees een stofwolk op. Overal hoorde je de weerkaatsing van gekuch. Na 5 minuten was er weer zicht. En stond de aarde weer stil. Lisselotte had Mastja vast. En probeerde haar te beschermen. Maar door deze actie moest zij enorm hoesten. Lisselotte ging op een stoel staan en riep:”is iedereen ongedeerd?’.
Er heerste was geroezemoes, maar er klonken kreten van angst. Maar ook kreten, dat het goed was.
“Ik weet niet wat er gebeurd is, dat gaan wij nog uitzoeken maar het belangrijkste is dat iedereen ongedeerd is:”riep Lisselotte, nogal verbaast van zichzelf dat zij dit zomaar durfde. Zomaar voor een hele grote groep jongeren praten. Waar was dat bange meisje gebleven, dat weg dook achter haar sluikhaar, en rood aan liep als de leraar of lerares naar haar keek.

De Flefjes vlogen af en aan, en zorgden dat iedereen er weer goed uit zag. Ook de Manja’s zagen er uit alsof er niets gebeurd was.
Ook werden de lampen weer feller zodat Lisselotte nu goed de grote ruimte kon bekijken. Er stonden allemaal tafels, sommige lagen omver. En overal lagen en stonden stoelen.
Lisselotte vervolgde haar verhaal:”Ik denk dat het nu rustig is, aangezien ik zie hoe rustig onze Flefjes, en Elfjes ons helpen.’
“Ik ben dus Selot, aangenaam, ik ben blij dat jullie hier zijn Manja’s want wij kunnen jullie hier hard gebruiken, en jullie hebben ook jullie studie nodig,”

Opeens viel Lisselotte haar oog op een aantal volwassenen die een andere hanger om hun hals droegen, met een ander teken. Ze had het in een keer door het waren de leraren die mee waren gekomen. Het was of Lisselotte het allemaal ingefluisterd kreeg wat ze moest zeggen, en hoe ze het  moest doen.
“Manja’s ik zie dat jullie eigen docenten mee zijn gekomen. Dat is fijn, al denk ik dat het ook fijn is om de lessen te samen te voegen. Zodat we van elkaar ook alles kunnen leren”.
Er steeg weer geroezemoes op, ook van onenigheid, en kreten van zuchten tot ‘ooh dat is nog meer werk’.
“Stilte, luister, wij willen dat het toch weer goed komt’?
“Nou, dan moeten we wel samen werken, kijk naar degene waar je mee verbonden bent. Je geeft ze uitleg over de verschillende ruimtes, en je deelt je kamer, op elke kamer word een bed bij gezet.
“” We moeten nu eenmaal leren delen, dat is het belangrijkste aan het geheel, als wij al niet goed kunnen samen werken hoe moet het dan later samen met de Clans”?
Er werd  hier en daar geknikt, en het gemopperde geroezemoes hield op.
“Ik stel voor, dat we naar onze slaap vertrekken gaan, want iedereen is moe, en kan dan nog even rusten voor het eten, en maak je mede partner meteen even wegwijs.”
“Dank jullie wel voor het nu al vormen van een eenheid.”Zei Lisselotte standvastig en vastberaden.

Ze keek naar haar vader die haar een knipoog gaf. Dat was een teken voor haar dat het goed was.
De leraren van de Manja’s liepen naar de vader van Lisselotte toe. En bespraken iets, wat Lisselotte niet kon verstaan.
Lisselotte was ondertussen heel erg nieuwsgierig geworden naar Mastja, ook omdat ze de gewoontes niet kende van de Manja’s maar ze dag hoe moe Mastja was. En had besloten het later te vragen.
 ‘Selot, en Mastja, gaan jullie mee?’ Vroeg de vader van Lisselotte,
Lisselotte liep meteen naar haar vader toe, Maar Mastja aarzelde wat. Lisselotte liep weer terug. ‘Kom maar wees gerust”: probeerde Lisselotte Mastje gerust te stellen.
“Dat is het niet’: zei Mastja Lisselotte keek haar veel betekend aan, “Dat is het niet?”: zei Lisselotte al vragend en kijkend naar Mastja.
“Ja nou eeuhm eeuhm nou, “; hakkelde Mastja.
“Het zit zo euhm…….

                        Word vervolgd ..........................





zondag 19 mei 2013

Gehaktballen van de Ikea


Lieve allemaal,

Een week vol, dingen waarin ik een klein stapje vooruit deed. Maar soms ook weer drie terug. Ik probeer zeker door te gaan. Maar soms zinkt de moed mij ook in de schoenen. Vele zullen denken in “welke schoenen’. De spreekwoordelijke schoenen. Het is net een berg van modder beklimmen. Je grijpt in de modder,  en trekt je met alle kracht omhoog, maar doordat het zo glibberig is, zak je iets terug. Maar toch kom je steeds een beetje verder de berg op.

Mensen die ontzettend moeilijk kunnen doen. Waardoor je de eeuwige twijfel aan jezelf krijgt. Terwijl dat helemaal niet nodig is. Omdat ik hard knok. Ik mijn geknok ook voel. Maar op zo’n moment kan iemand je maken of breken. Breken als een geknakte steel van een bloem. Die een uur ervoor nog aan het bloeien was. Hangt nu scheef in de vaas. Je denkt het dan allemaal wel aan te kunnen. Maar juist op dat soort moment wil je, je oprollen de dekens over je heen trekken. En denken ga weg, laat me mij met rust, ik heb hier ook niet om gevraagd. Zou het ook zo graag anders zien.

Gelukkig bestaan er ook veel mensen die het goed met je voor hebben. Die er alles aan willen doen om het zo aangenaam mogelijk voor jou te houden. Er zijn juist in de momenten dat je, jezelf die arme bloem voelt.  Pakken zij schoon water, pakken jou steel vast en drukken het weer op zijn plek.
Doen er een zachte strik omheen en zorgen dat je weer goed staat.
En dan probeer je de bloem weer te laten bloeien.

De WMO is langs geweest. Maar helaas kan ik daar nog niet veel over vertellen. Ik heb nog geen goedkeuring. Ze moet alles in overweging nemen. Maar ik voelde mij na het gesprek echt de afgeknapte bloem. Als een geluk bij een ongeluk zat de diëtiste bij het gesprek. En hielp zij mij nog een beetje.
Dus WMO is afwachten, dus moet het nog wel even vol houden om te genieten achter het glas van het weer. Ook al is het nu erg koud buiten. Of schijnt de zon niet.

De diëtiste wilde de Sonde voorlopig zo laten, omdat ik nog meer afgevallen was. Dus Koos blijft voorlopig nog wel even aan mij hangen. We hebben hem maar lief een Koosnaampje gegeven Koos de voedingsdoos.
En ik eet Zweedse Gehaktballetjes van Ikea. Die grap maken we nu, omdat ik de diëtiste nog niet had gesproken. Na het zetten van de Sonde. Zij was op die dag op weg naar haar vakantie verblijf. En door wat gedoe met de arts. Moesten we haar helaas nog bellen. Maar dan merk je wel, dat je eigenlijk niet meer zonder internet kunt. Ze was namelijk net bij de Ikea geweest. En dacht ik rijd weer terug. Omdat ze daar gratis Internet hadden. En zo zeggen we steeds ik eet Zweedse Gehaktballetjes van de Ikea. Ik moest er zelf wel heel erg hard om lachen. Toen ze het vertelde.

Woensdagavond heb ik na mijn operatie in Januari  weer een heerlijke zangavond/jamavond gehad. Dat was heerlijk. Zo kon ik even al mijn frustratie, verdriet en blijheid eruit zingen. En wat voelde ik mij heerlijk na deze avond. Zelfs wat nieuwe nummers gespeeld en gezongen. En gehad over hoe ik het nu uiteindelijk zou doen waar we voor gevraagd  zijn. Roy kwam met het idee om het te filmen. Dan hoef ik niet bang te zijn dat mijn stem weg valt. Of dat ik te moe ben om te zingen of überhaupt te praten. En ik hoop dan een keer later nog een keer wel live te komen zingen. Maar ik vond het wel een goed idee.

Zo zie je maar dat vele mensen zorgen dat ik met mijn steel rechtop in de vaas blijf staan.
En het is heerlijk om te zien hoeveel mensen er om mij heen zijn. En zo probeer ik maar door te kijken. En per dag te beslissen wat mogelijk is. En zo gaan we door, En kan ik zeggen zo gaan we ervoor.

Liefs Alma&Storm

Deel 15

De slee vloog door de gangen heen. Af en toe viel er wat aarde naar beneden. Maar de Flefjes, wisten dit netjes op te ruimen. Lisselotte keek haar ogen uit. Eigenlijk voelde ze zich hier wel thuis. Ze had eigenlijk ook nog geen moment aan school gedacht. En bedacht zich nu eigenlijk alleen’ wat haar moeder aan school zou hebben laten weten’?
Maar liet deze gedachten snel los. Dat kwam doordat de slee plotseling met een schok… tot stilstand kwam.
Lisselotte en haar vader liepen een brede gang in. In de verte hoorde Lisselotte stemmen. En liep rustig naast haar vader verder de gang in.
De grond waar ze op liepen, lagen grote tegels, met barok stijl, figuurtjes erin. Er hing klimop, langs de muren. Met hier en daar ontzettende mooie bloemen die tot de tien geboden behoorden. Een verzamel naam voor de klimopbloemen, die Lisselotte wel heel erg mooi vond. Deze waren wit, met paars uitlopende bloem bladeren. En de stamper was naast het gele stuifmeel ook paar gekleurd. Ook leken deze bloemen groter als, dat ze boven bloeiden. ‘Pap, hoe kan het dat deze bloemen hier zo groot zijn, en zonder enige vorm van zonlicht?”: vroeg Lisselotte.
De vader van Lisselotte liep naar een grote bloem. “Kijk, goed wat er gebeurd”: zei haar vader zachtjes op fluistertoon.  Lisselotte kwam dichter met haar gezicht naar de bloemen. Sinds de Flefjes, bezig geweest zijn met Lisselotte haar zicht en ze geen bril meer nodig heeft. Leek het net of ze ook scherper kon zien.  

Lisselotte, zag een klein kruiwagentje staan. En zag kleine wezentjes lopen, die niet groter waren als haar wijsvinger. Het waren mannetjes en vrouwtjes. Soms vlogen ze mee op de rug van een bij, of een vlinder. En gooide ze goudkleurige glitters op de bloemen. De mannetjes waren vooral bezig bij de muur aan het harken en aan het scheppen. En af en toe zag Lisselotte wezentjes die nog kleiner waren dan haar wijsvinger, en echt kinderen leken met een gieter lopen. En gaven zo elke bloem zorgvuldig water. Lisselotte boog weer terug naar haar vader. “ja, Selot dat zijn de Mavras, een leuk volk, zorgvuldige werkers, die zich bezig hielden met de bloemen en planten”
“En de vrouwtjes op de bijen gooien zonnestof op de bloemen zodat ze hier ook kunnen groeien”: zei haar vader zacht.
Lisselotte begreep wel waarom haar vader fluisterde, omdat je de Mavras niet moet storen in hun werk.
“Goed bedacht Selot, dat is zo het is”: Zij haar vader op een toon dat elk woord wel magisch leek.

Ze liepen verder de gang in. En Lisselotte bleek maar om haar heen kijken. Aardoor ze bijna struikelde. Haar vader kon haar net op tijd oppakken.
“Zeg slaapkop, wakker worden”: zei haar vader lachend.

Ze kwamen via een deur een grote ruimte binnen, ze zag dat er verschillende deuren, die ergens naar leiden. En in de grote ruimte zaten allemaal jongeren. Zowel jongens als meisjes. Van Lisselotte haar leeftijd, en sommigen misschien wat jonger. Sommige hadden een Flefje op hun schouder zitten. Maar er waren ook jongeren, die geen Flefje op zich hadden zitten, en wezenloos voor zich uit staarde.
De jongeren met Flefje gingen wel in gesprek met de andere jongeren.
Maar toch zag Lisselotte dat de andere jongeren met hun gedachten helemaal ergens anders zaten.

Opeens stopte iedereen met praten, en smoezen. En keken de kant op van Lisselotte.
Haar vader deed het woord. “Welkom lieve jongeren van Eiklaths en ook welkom Manja’s, wij weten wat er allemaal gebeurd is.’Daarom lieve Eiklaths wil ik vragen of jullie klaar willen staan voor de Manja’s”.
“Zoek elkaar samen op, en help elkaar, vorm tweetallen.”

Iedereen begon door elkaar te lopen, en vond elkaar. Lisselotte zag dat een meisje alleen bleef staan. Ze bleef over.
“toe maar Selot ,: zei de vader van Lisselotte.
En Lisselotte liep naar het meisje toe. Ze had zwart haar, een wit gezicht. Groene ogen. En een gewaad aan dat groen is. Maar hier en daar wel gehavend.
Ook had ze wat vegen in haar gezicht.,
Dat moet een enorme klap zijn geweest? Dacht Lisselotte.
“Hallo ik ben Selot”: Stelde Lisselotte zich voor. Ze vond het niet eens zo gek dat ze dat zo deed.
Ze dacht bij zichzelf ik heb nu mijn naam geaccepteerd. Selot, dat is nu mijn naam.

“hallo ik ben Mastja”: zei het meisje met een bibberende stem. En opeens uit het niets begon de aarde te beven…. En doken alle jongeren in elkaar…………


De Magische eenheid



Lieve allemaal, 

Omdat sommigen het verhaal een beetje kwijt zijn geraakt. Heb ik voor jullie het gehele verhaal bij elkaar gesprokkeld. In de hoop dat jullie de spannende rode draad weer kunnen vinden. Hier en daar ook wat aangepast, omdat sommige dingen niet klopten. Dat zou nog steeds wel een beetje zo zijn. Maar, het is dan ook een kladversie van het echte verhaal. Wat eventueel uit zou kunnen komen in een boek. 

De magische eenheid. 

Lisselotte, een meisje die niet echt op valt in de klas. Ze zit in een hoek achter Bart en Michel. De twee gevreesde pestkoppen van de klas. Alleen Lisselotte moet het vaak ontgelden. 
Nu, is ze ook wel een beetje de uitverkorene om gepest te worden. Met gebogen hoofd komt ze altijd aan op het school terrein, ze is eigenlijk te klein voor haar leeftijd. Ze is immers 15 jaar en is 1,59 lang. Ze is ontzettend mager, en heeft blond sluik haar, wat wild voor haar gezicht hangt. Ze draagt een klein brilletje. En donkere kleding. 
Maar eigenlijk weten haar klasgenoten niet, wie of wat Lisselotte bezig houd. Of hoe haar leven er naast school uit ziet. 

Lisselotte, is een meisje met veel fantasie, en woont samen met haar moeder een in Ulster een provincie in Ierland. In het kleine plaatsje Belcoo. En haar vader is sinds ze drie was uit haar leven verdwenen. Haar moeder houd altijd vol, dat haar vader verdronken is tijdens een zeiljacht uitje. Maar ergens in haar dromen ziet ze andere dingen. Maar zelf kan Lisselotte dat niet verklaren. Ze ziet wel vaker dingen in haar dromen. En uiteindelijk, komen ze de volgende dag uit. Lisselotte, kan het niet verklaren hoe ze dit alles weet. 
Na schooltijd moet ze altijd naar haar oma. 

Haar oma woont in een donker bos bij het plaatsje, Enniskillen en zeker een uur rijden vanaf de hogere school. Aan haar schoolwerk hoeft ze niet veel te doen. Want ze neemt de lesstof snel op. En kan twee dingen te gelijk, luisteren naar de lerares, of leraar, en haar huiswerk maken. Alleen als ze af dwaalt met haar gedachten, slaat ze alles slechter op. En moet ze haar huiswerk thuis maken. 
Haar oma, is wel een beetje vreemd. Ze woont in een oud vervallen huisje. En, erg schoon is het niet. Maar het huisje heeft wel iets knus. Er is een ruime woonkamer, met een kleine keuken, Met een trap, naar de bovenverdieping. Alles binnen is van eikenhout. Midden in de kamer staat een grote eetkamer tafel. Met aan weerszijden een lange houten bank.

Overal staan stoffige boeken. Met vreemde teksten, Lisselotte heeft wel eens geprobeerd een van de boeken te pakken. Maar haar oma hield haar tegen. Dit is nog niet voor jou bedoeld. 
“Oh sorry, oma”: had Lisselotte, stotterend gezegd. 
“Pas als je zestien bent, dan vertel ik je het ware verhaal”: had oma gezegd. 
Over drie weken werd Lisselotte zestien, en ergens was haar nieuwsgierigheid gewekt……………

Deel 2 

Lisselotte, hielp haar oma met de afwas, af en toe voelde ze de spinrag in haar gezicht. En veegde het verwoed uit haar haren, en gezicht. Ze pakte even de stofdoek, en haalde het gehele web weg. 
‘Waarom, doe je dat nou”. Vroeg haar oma. 
‘Het zat mij in de weg,”: Zei Lisselotte. “Ja maar dan hoef je nog geen mooi nest te vernielen van een wolfspin”: zei haar oma, bijna met tranen in haar ogen, want ze hield zo van dieren en de natuur. Haar oma was een tengere kleine vrouw. Met haar lange haar in een knotje. Een verwilderde knot, want sommige slierten hingen langs haar gezicht. Ze had een aparte houten stok, met een soort van teken erin gekerfd. Waarmee ze liep. Want, ze had een gekromde rug. 
Wat pijnlijk, was als ze zonder stok liep. Lisselotte, mocht deze stok ook nooit pakken. Vroeger als kind zijnde heeft ze dit een keer geprobeerd. Gewoon om haar oma te helpen. Maar, oma was woedend geworden. Sommige gebeurtenissen in het leven bleef Lisselotte bij en hield haar bezig. 
De afwas was klaar, en Lisselotte staarde uit het raam naar de mooie Eik in de tuin. En haar gedachten gang werd abrupt afgebroken. Haar moeder kwam binnen. En had nogal haast. Eigenlijk heeft haar moeder altijd haast, als ze haar dochter kwam halen bij oma. Dus Lisselotte pakte automatisch al snel haar spullen. Gaf haar oma een zoen op de wang. En bedankte voor het eten. 

De fiets van Lisselotte werd snel in de auto gelegd, en al snel reed haar moeder het donkere weggetje af naar de hoofdweg. Lisselotte staarde uit het raam, naar de donkere schimmen van bomen. 
En haar gedachten gang ging weer met haar aan de haal. Dat, ze bijna 16 was. Jeetje alweer 16, dat ze eigenlijk altijd alleen was. En dit enorme eind altijd moest rijden vanaf school. Om daarna heel snel opgehaald te worden, om naar huis te gaan. Met de auto ging dit gelukkig een stuk sneller. 
Maar wat zou er dan toch op haar 16de verjaardag anders zijn? Als nu al deze jaren?. 

Ze stopten bij een kleine rij huisjes. Ze woonden samen met haar moeder en kat Moony in het tweede huis van links. Het was een rij van zeven huisjes. Moony begroette Lisselotte met een enorme miauw. 
En, Lisselotte legde snel haar spullen weg. En ging op de schommel stoel bij de haard zitten, zodat ze even kon kroelen met Moony. 
Haar moeder ging zich even verkleden. Lisselotte, haar moeder werkte in het ziekenhuis. En draaide soms lange diensten. Samen keken ze nog even televisie. 
En Lisselotte, ging naar haar kamer. Haar kamer was licht van kleur, ze hield zelf erg veel van de natuur. Veel dingen bestonden uit bloemetjes. Ze had ook altijd vers geplukte bloemen op haar nachtkastje staan. Haar bed stond onder het raam, en op haar muur stond achter het hoofdeind, stond een grote zonnebloem met steel,. Op haar bed lag een witte sprei, met daarop geborduurd kleine witte bloemetjes,. Haar kleding kast stond in de hoek, En er stond nog een klein bureautje. En een klein kastje bij haar bed, waar haar leesboeken in zaten. 
Ze pakte vast de school spullen voor morgen in haar tas. En legde haar kleding klaar. Zodat ze morgenvroeg niet zo vroeg hoefde te zoeken. 
Ze maakte zich klaar voor de nacht. En, kroop in bed. Moony kwam bij haar liggen. Ze pakte nog even een extra deken want het werd al flink koud ook al is het pas begin Oktober. 
En kroop er lekker diep onder. En viel in een hele onrustige slaap. 

Ze begon te dromen. Het begon met vreemd gezang. Ze zag stenen rondom een enorm kampvuur. En, schimmen ze kon het niet zo duidelijk krijgen. Er werd in een onduidelijke taal gezongen. En af en toe werden er bepaalde bloemen op het vuur gegooid. Die benoemd werden in een voor haar andere taal. 13 schimmen waren er te zien, mannen vrouwen alles door elkaar. In lange gewaden.
Ook al waren het schimmen in haar droom, ze kon wel de mannen en vrouwen onderscheiden, door de gewaden die ze droegen. En, door de stemmen. En een ding was ontzettend duidelijk, ze droegen iets om hun nek, een symbool wat ze eerder gezien heeft. Badend in het zweet schrok ze wakker. Van een geluid. Dat zich in het huis bevind. Ze voelde naast zich maar Moony was weg. 
Ze dacht:”ach, dat zou Moony wel geweest zijn die een pan van het aanrecht stootte”. 
Maar de volgende dag……..

Deel 3

Lisselotte, schrok wakker van een enorme harde gil. En ze keek op de wekker. Het is zes uur. Wie gilt er nu op dit tijdstip. Ze trekt snel haar ochtend jas aan, en rent naar beneden. Vol ongeloof, kijkt ze de woonkamer binnen. Haar moeder staat, midden in de kamer, roerloos. 
En Lisselotte, kan ook niet veel doen dan kijken. Moony zit op de bank die iets schuin omhoog staat. 
Lisselotte begint te denken. Vannacht had ze wel lawaai gehoord, maar ze gaf Moony de schuld. 
Dit, had ze totaal niet verwacht aan te treffen. 
Achter in de tuin stond een grote eik, en een van de wortels was die nacht in huis naar boven gekomen. Hierdoor was het een ravage in de woonkamer. De salon tafel lag omver, de kaarsen die daar op hadden gestaan lagen in stukken op de grond. De bank stond schuin omhoog, en de schommelstoel, de lieveling stoel van Lisselotte lag in gruzelementen. 

Maar, waar Lisselotte meer van ondersteboven was. Was namelijk het uiteinde van de wortel van de eik. Ze had deze nacht gedroomd over een teken die al die schimmen om hun nek droegen. En het uiteinde van de wortel, was precies hetzelfde teken. 
“Wat gebeurd hier toch allemaal”: dacht Lisselotte. En ze sloop naar haar moeder toe. Legde een arm om haar moeders schouder. En begeleide haar moeder naar een stoel. 
Haar moeder moest altijd eerder weg dan Lisselotte, en was dus al helemaal in het donker blauwe uniform van het ziekenhuis gekleed. Haar moeder deed de handen voor haar ogen. Nu zag Lisselotte, dat ze toch wel veel op haar moeder leek. Alleen het blonde haar, en het gezicht leek totaal niet op dat van haar moeder. Soms was ze erg benieuwd naar haar vader. Maar foto’s waren er niet. 

“Mam, wat nu”: Vroeg ze. “Ik heb totaal geen idee”: zei haar moeder snikkend. 
“Ik denk, dat wij toch de woning bouw moeten bellen, want het is verschrikkelijk koud zo. En die wortel moet wel weg, maar dan hoeft toch niet de gehele Eik weg?”: zei en vroeg, Lisselotte. 
“Ik heb echt werkelijk geen idee of de Eik dan helemaal weg moet, “: zei de moeder van Lisselotte. 
De moeder van Lisselotte, liep even naar de keuken, ze wilde even haar mond spoelen. Maar er kwam geen water uit de kraan. Maar allemaal zand. ‘ooh ook dat nog de wortel heeft de waterleiding doorboord”: Zei de moeder bijna stampvoetend. 
Moeder deed de koelkast open pakte een pak melk en schonk twee bekers in. En liep weer naar de woonkamer. Ze pakte de telefoon en belde met het kantoor waar de woningen van waren. Ze belde ook even haar werk dat ze wat later kwam. Maar de rede vertelde ze er maar niet bij. 
‘kom jij moet je klaar maken voor school”: zei haar moeder. 
Ooh jeetje, is het al zo laat dacht Lisselotte, nu kom ik echt te laat op school aan. 
Ze kriebelde nog even snel Moony en liep naar boven. Ze kon het maar niet uit haar hoofd zetten, dat het, hetzelfde symbool was als in haar droom, en op de wandel stok van haar oma. 
Ze besloot om dat vanmiddag te gaan vragen aan haar oma. 
Ze kleedde zich snel aan, deed haar jas goed dicht gaf haar moeder een zoen. En, een aai voor Moony en liep naar de schuur om haar fiets te pakken. 
Ze keek nog even naar de Eik, ook zo’n mooie Eik als die bij haar oma staat. Ze zullen hem toch niet echt om gaan hakken. Dat zou ze heel erg vinden. 
En ze reed het paadje uit op weg naar school. Onderweg zonk haar gedachten weer naar die droom. Die gekke droom. En dan die knal in de nacht. Wat gebeuren er de laatste tijd toch vreemde dingen? 
En dat symbool waar staat dat voor?

Uiteindelijk kwam ze gelukkig maar een kwartier te laat. Dat betekende dat ze dat in moest gaan halen na school tijd. Dat viel gelukkig mee. Ze liep snel de klas in, gaf het te laat briefje aan mevrouw van Griel. Een vreselijke lerares, Engels. Ze keek Lisselotte over haar brilletje aan. “laat dit niet een gewoonte worden jongedame”: Zei mevrouw van Griel met een krakende stem. 
Lisselotte wilde naar achteren lopen, en zag het helaas te laat en daar lag ze languit op de grond. 
‘Zeg mejuffrouw, Green als u niet normaal de klas in kunt komen dan kunt u bij deze vertrekken’: Zei mevrouw van Griel kwaad. Snel stond Lisselotte op en stotterde een zachte sorry en ging snel alleen achter in de klas zitten. Ze deed haar kleding netjes. En, haalde haar, haar uit haar gezicht. En deed het snel vast met een elastiekje. Ze pakte zachtjes haar boeken. Luisterde aandachtig en kwam erachter waar ze waren. Maar langzaam dwaalde haar gedachten af. 
En met haar potloot in haar schrift tekende ze zonder nadenken het symbool. Ze was zover weg met haar gedachten, dat een klap haar deed opschrikken…. 

Deel 4 

Mevrouw van Griel, Stond voor Lisselotte, En had met haar aanwijs stok hard op de tafel van Lisselotte geslagen. ‘Wat zijn wij aan het doen mevrouw Green?”: Vroeg mevrouw Griel streng. 
Lisselotte keek geschrokken van haar schrift op, en stammelde Sorry mevrouw Griel, 
De klas moest hard lachen. “Stilte’: Schreeuwde mevrouw Griel. De klas werd in een keer stil. En ging verder met hun werk. “Komt u maar na de les even naar mij toe”: Zei mevrouw van Griel, en liep snel door naar haar tafel. De rest van de les probeerde Lisselotte op te letten. Maar haar gedachten werden de gehele tijd naar haar tekening getrokken. En ze zette er dan ook onder haar vragen. 
de bel ging, en ze pakte haar spullen van tafel, en wachtte tot de klas weg was. En liep aarzelend naar de tafel van mevrouw van Griel. “Tekenen doen wij in een andere les, ik verwacht dat u zich bezig houd met Engels in mijn les”: Zei mevrouw Griel, met een haar ogen scherp op Lisselotte gericht. 
“Ik wil dat je geheel hoofdstuk 2 overschrijft, je mag gaan’: Zei mevrouw van Griel, en ze wees naar de deur. Snel verliet Lisselotte de klas. 
Ze moest nog drie uur op school zijn. Ze had er weinig zin in. Maar als ze zou spijbelen. Dan kwam haar moeder het snel te weten. Of ze moest even een briefje maken dat ze naar de dokter moest. 
Ze schreef in een zo goed uitgevoerd vervalste handschrift van haar moeder, een briefje. En melde zich bij de leraar, en ze mocht gaan. Ze pakte haar spullen uit haar kluisje en deed het in haar rugzak. 
En, liep snel naar de fietsenstalling. En fietste weg, waarheen haar gedachten gingen als een razende te keer. Ze reed naar de bibliotheek. Zette haar fiets netjes weg, keek nog even om. En liep het grote donkere gebouw binnen.. Ze had geen idee waar ze moest zoeken. En liep wat te dolen, en kwam toen bij oude mythes en legendes uit. Ze liep het pad in, en las langzaam de titels van de boeken waar ze langs kwam. “Kunt u het vinden’: vroeg een aardige mevrouw. 
Lisselotte schrok op en stotterend zei ze:”ik … zzooek..een..booeek…over..oudde,… letterrr..tekens”
“oh, dan is deze vast geschikt voor jou”: de aardige mevrouw gaf haar een dik boek aan. 

Lisselotte, liep naar een tafel achterin de bibliotheek, En opende het boek. Het ging over ouder letterkunde. En kalligrafie. Ze las sommige stukken, en bladerde door het immens dikke boek. En kwam toen uit bij de tekst, oude legendes en hun tekens. Ze begon meteen te lezen. 
Ze las dat er in het vroeger Ierland, oude Kelten groepen hadden gemaakt. Clans. De ene Clan hield zich vast aan bijvoorbeeld oude stenen, en weer een andere clan zich met het weer. Er bestonden 7 Clans. Er was, er ook een die zich bezig hield met de natuur. Elke clan had zijn of haar eigen beweging en uitwerking. 

Automatisch pakte Lisselotte, haar schrift Engels uit haar rugzak. En opende het op de bladzijde waarop zij getekend had. En keek zo het boek verder door met haar schrift in de aanslag. 
En, op een bladzijde vond ze dezelfde teken als wat zij getekend had. En de hele tijd had gezien bij haar oma op haar wandelstok, en op de boomwortel die vanochtend door de grond in het huis stak. Ze bleef maar kijken naar de bladzijde. Opeens ging de gong. En klonk er een stem uit de speaker “wij gaan over vijf minuten sluiten. Lisselotte schrok op uit haar gedachte. Oh jee dan is het al laat. Ze moest nog helemaal naar haar oma fietsen. 
Snel zette ze het zware boek terug op de plank. En, pakte haar spullen en liep naar buiten. He bah regen, ook dat nog. Snel deed ze haar regen cape om. 
Pakte haar rugzak om hem achterop de fiets te binden. En reed weg. 
Langs het bos weggetje, nu met de regen en nu het al donker was, was het lastig te rijden. 
Het ging allemaal heel snel, veel te snel voor Lisselotte haar gevoel. 
Ze hoorde een geluid achter zich, een toeterend geluid. Ze dacht nog, ik heb gewoon mijn lampen aan. Wat heeft die automobilist toch. En ze hoorde nog een klap. 
En, in de verte een stem:”hallo meisje, wakker blijven, het ging per ongeluk ik heb de ambulance al gebeld”. Er werd aan haar geschud Lisselotte, hoorde de vrouwen stem, ongeduldig mompelen, waar blijft toch die ambulance, en langzaam gleed ze weg in een diepe, diepe slaap……….

Deel 5

De telefoon ging op afdeling 5B, “goedenavond met afdeling 5B met verpleegster Green”: Zei mevrouw Green, en ze luisterde aandachtig naar het telefoontje. En ging snel zitten. Want ze trok wit weg. Een van haar collega’s kwam snel naar haar toe. Mevrouw Green zat met haar hoofd omlaag. En de horen nog in haar hand. Een nare piep toon was te horen. 
“Wat is er aan de hand?”: Vroeg haar collega. 
“Het is mijn dochter, ze heeft een ongeluk gehad ze word zo binnen gebracht hier op de eerste hulp”:Zei mevrouw Green bibberend. En daarna stond ze woest op. Ze sloeg kwaad met haar vuisten op de balie, en riep:” eerst vanmorgen die boomstronk en nu weer dit. Wat gebeurd er toch?.” 
“Ga maar snel naar beneden, ik neem je dienst wel over, en ik bel een andere collega of zij kan komen werken.”: Zei haar collega liefdevol. 
En met moed in haar schoenen liep mevrouw Green naar de trap. 
En rende daarna naar beneden. 

Net toen mevrouw Green de deur uit kwam. Kwam er met veel lawaai een brancard met daarbij vier ambulance mensen voorbij lopen. En daar zag ze haar dochter, Als een zielig hoopje op de brancard liggen. En liep er in een shock achteraan. Ook zag ze dat oma mee was gekomen. Haar hersenen raakten snel aan het denken. Deze was natuurlijk als eerste gebeld. En meteen naar de plek toegekomen. En er kwam nog een verregende vrouw binnen. 
Helaas mochten ze alle drie niet verder, de deuren werden gesloten. Shockroom, mevrouw Green wist dat, het dan niet veel goeds betekende. 

Daar stonden ze alle drie, verward op de gang. Een verpleegster zag het allemaal aan, en bood ze een wachtkamer aan. En gaf wat handdoeken mee. Daarna kwam ze koffie brengen. 
En daar zaten ze. Nou zaten mevrouw Green kon niet stil zitten, en liep te ijsberen door de kamer. 
Daarna viel haar oog op de voor haar vreemde mevrouw. ‘Wat is er gebeurd”: Wist mevrouw, Green Stamelend uit te brengen.
‘Hallo, ik men mevrouw Mc Nashtt.”: Zei mevrouw Mc Nashtt met een zachte hand vooruit stekend. Om deze te schudden. Maar mevrouw Green was zo haar weg kwijt dat ze het niet zag. 
Mevrouw Mc Nashtt, begon haar verhaal maar te vertellen. Het was donker, heel erg donker op het pad. 
En, op de een of andere manier maakte uw dochter een vreemde beweging, en reed ik haar aan. Ze was niet meer bij kennis, toen ze de ambulance in ging. Maar het leek alsof ze werd gelanceerd door iets. Ik heb nog even gekeken. En het enigste wat ik kon vinden, was een boomwortel die nogal uitstak, het leek alsof zij deze niet had gezien. Ik wilde haar nog waarschuwen. Maar, het was al te laat. En mevrouw Mc Nashtt keek naar beneden. Ik voel mij zo schuldig. En, dat terwijl ik weet dat ik er niet zoveel aan kon doen. Dat moet u echt geloven. 
Of dit verhaal helemaal doordrong bij Mevrouw Green, dat niet. Maar, bij boomstronk was ze aandachtig blijven luisteren. Zeker omdat ze hier vanochtend ook al last van hadden gehad. Ze keek naar oma, En oma fluisterde alleen:”ze is bijna 16.. 

Na ruim twee uur wachten mocht de moeder van Lisselotte even bij haar dochter. Lisselotte, lag met een spier wit gezicht en wat hechtingen op bed, Aan allerlei apparaten. Ze kon nog niet zelfstandig ademen. Want de artsen hadden haar in een diepe slaap gebracht. Dit omdat ze nog niet zo goed wisten, wat voor rest schade dit zou brengen. Was het beter om haar even slapende te houden. 
De eerste 24 uur waren erg belangrijk voor haar herstel. 
Mevrouw Green, pakte voorzichtig de linker hand van haar dochter. Rechts zat in het gips. Ze had een enorme klap gemaakt. Ze had een gebroken arm, en been. 
En ze waren nog bang voor een klaplong en inwendige bloeding. Dus moest ze zo nog door de CT scan. Om uit te sluiten dat er geen hersenletsel was. En ook geen bloedingen. Maar omdat ze haar bloeddruk niet onder controle konden houden. Was het toch bijna zeker dat ze deze avond nog geopereerd zou worden. Na tien minuten moest haar moeder het kamertje weer verlaten. Zodat de artsen verder konden met Lisselotte. Alleen het gekke was, Lisselotte, bleek wel wakker te zijn. Het was net of ze boven alles zweefde en alles vanaf boven zag. Ze voelde zich vreemd. Nee, dood was ze niet, maar er was een soort hogere macht bezig. Langzaam zakte ze weer in haar lichaam. En begon in haar kunstmatige droom. De gekste dingen te dromen…………..

Deel 6

Lisselotte, hoor in de verte een bekend Iers nummer. Althans zo leek het, ze herkende het als het nummer wat haar moeder vaak draaide. Haar moeder was groot fan van Loreena McKennit. En Lisselotte vond die muziek ook zo mooi. Alleen had een ander favoriet nummer als haar moeder. 
De muziek zakte weer weg, en het leek alsof ze vloog over de bomen over de klif. Alles leek te kunnen. Ook zag, ze duidelijk de mensen weer dansen om het kampvuur, En het symbool. Wat gebeurd er toch allemaal met mij? Ze leek alles niet goed te beseffen. 

Elke minuut, seconde waakte de moeder van Lisselotte aan het bed van haar dochter. Af en toe keek ze op de meters. En luisterde naar het geluid van het beademing apparaat op de een of andere manier gaf het haar rust. De eerste 24 uur waren belangrijk om goed door te komen, was haar verteld. Lisselotte had het goed doorstaan. Op scans was gelukkig geen hersendruk te meten. Of een hersenletsel te zien.
Maar, ze had wel een lelijke klap gemaakt. Lisselotte was nog met spoed geopereerd in die drie dagen dat ze nu op de intensive care lag. Haar mild moest eruit, want die was toch gaan bloeden. En hierdoor had Lisselotte teveel bloed verloren. En daardoor konden ze de bloeddruk niet onder controle krijgen.
Al een paar keer had de verpleging tegen de moeder van Lisselotte gezegd, dat ze naar huis moest gaan om te gaan slapen. Want dit trok zij niet langer. Maar ze weigerde pertinent. Ze wilde er zijn als haar dochter weer ontwaakte. 
De oma van Lisselotte, probeerde zo vaak te komen als het haar lukte. Ze was ook even naar het huis geweest van Lisselotte en haar moeder, en had het drama gezien met de wortel. 
En, had even wat spullen opgehaald. En zo ook de lieveling muziek van Lisselotte. 
Dit draaide de gehele dag. 

De moeder van Lisselotte, was wel ten einde raad, haar huis dat in puin lag. Haar dochter op de intensive care. En had De oma van Lisselotte daarom ook even meegenomen naar een ander kamertje om rustig te praten. Het was inmiddels al de vierde dag. 
´Wat gaat hier toch mis,waarom zoveel drama?”: Vroeg de moeder van Lisselotte. 
“Je, dochter word bijna 16, nog 12 dagen. En dan is het 31 oktober, Samhein, werd er dan gevierd. 
Je weet wat je hebt afgesproken, en waarom nu alles mis gaat is omdat de Clan’s onderling te machtig zijn. En omdat je er bewust van moet zijn wie je dochter is, dat je ook het gehele verhaal verteld. Dat zij de uitverkorene is.” Fluisterde de Oma van Lisselotte. 
“Maar, wat als Lisselotte het niet haalt?”: Vroeg de moeder van Lisselotte geschrokken.
“Het is ook een andere clan die bezig is dat te voorkomen, wij zijn hard bezig om het tegen te houden. En vertrouw ons het gaat lukken. Maar jij moet tijdig je dochter alles vertellen. 

Ondertussen gebeurde er van alles op de Intensive care, Lisselotte, had weer dezelfde droom als laatst. Alleen waren de schimmen nu duidelijker zichtbaar. Ze kon gezichten zien. En ze herkende er sowieso een. En dat was die van haar oma. Ook het symbool was weer duidelijk te zien, 
En, badend in het zweet werd ze wild wakker. 
Ze keek verward om zich heen. Een verpleegkundige kwam op haar aflopen. 
“Hoe voel je, je?”: Vroeg ze vriendelijk. 
‘euhm, ja euhm waar ben ik?”; Vroeg Lisselotte verward en met een in een gekrompen houding. 
“Je ligt in het ziekenhuis, je hebt een naar ongeluk gehad”: Zei de verpleegster met een vriendelijke glimlach. Ondertussen had ze een washandje gepakt. En depte voorzichtig het gezicht van Lisselotte, 
Haar gezicht voelde, pijnlijk aan, net als haar buik, en eigenlijk voelde ze zich helemaal stijf. 
En haar arm. Wat is dat toch. Ze keek en zag dat er een wit gips omheen zat. En ze merkte ook dat haar been in het gips zat. De verpleegster legde alles in het kort uit. En zei dat Lisselotte, rustig aan moest doen. In de verte hoorde Lisselotte, nu weer de muziek. En kwam erachter dat de cd speler bij haar in bed lag. Dus dat heb ik gewoon gehoord, was haar eerste gedachten. En de rest gewoon een droom. 

De verpleegster was snel naar het kamertje gelopen, waar de moeder van Lisselotte was en haar oma. Ze waren nog verwoed in een discussie bezig. De verpleegster onderbrak deze abrupt. “Uw dochter is wakker”. Snel liepen ze terug naar de intensive care afdeling naar het bed van haar dochter en kleindochter. En, ze gingen naast haar zitten. Voorzichtig gaf mevrouw Green een zoen op voorhoofd van haar dochter. “Gelukkig, je bent weer wakker”: Zei mevrouw Green opgelucht. “Ik, was zo bang dat ik je kwijt was”. :Zei ze er achteraan. 
“mam jij bent mij niet zomaar kwijt,”: zei Lisselotte en begon te lachen. “ooch auw, haha dat doet pijn”: zei ze met een glimlach. Oma zei:”Nou dat word dan nog even niet lachen. 
Opeens uit het niets stelde Lisselotte haar oma een vraag:”Oma, uw wandelstok heeft toch een merkteken, ik heb daar vele dromen over gehad hoe zit dat nu?”
Oma keek geschrokken naar de moeder van Lisselotte, want ze hadden afgesproken dat oma niets zou vertellen. Dat Lisselotte eerst bij moest komen. En dat de moeder van Lisselotte het gehele verhaal zou vertellen. 
“Euhm, ik heb de stok in aller haast thuis gelaten, gelukkig hadden ze hier nog een kruk voor mij, en ik weet even niet waar je hebt over hebt”: zei de oma van Lisselotte, 
“Ja, maar’: Lisselotte werd onderbroken door de arts. ‘Oh wat fijn je bent weer wakker, zo even de controles doen”: zei de arts. Hij trok het gordijn terug en stuurde de moeder en oma naar de wachtkamer……

Deel 7 

De dokter, was een aardige man. Hij was lang al een beetje kalig. En, had een flinke snor. `Zo jongedame, welkom terug”: zei de arts vriendelijk “hoe voel je, je?’
“Nou, ik heb betere tijden gekend, mijn keel doet pijn, en de rest van mijn lijf ook”; Zei Lisselotte met een iel en schraperig stemmetje. 
“Tja, jongedame je hebt ook een flinke klap gemaakt, de auto had flinke schade, en jij ook:”zei de arts met een glimlach. “We moesten helaas je mild verwijderen. En je hebt je arm en been gebroken. We waren bang voor hersenletsel, maar gelukkig. Dat is je allemaal bespaart gebleven, Je keel voelt zo schraperig aan door de tube die we moesten inbrengen. Maar gelukkig konden we al snel de beademing tube verwijderen. Toen, wij het idee kregen dat je wakker begon te worden”
“Hoelang lig ik hier al”: vroeg Lisselotte met grote ogen. 
“Euhm, vier dagen.”: Zei de arts, “maar gelukkig ben je weer wakker en lijkt alles redelijk te gaan, dus laat ik je vanmiddag overplaatsen naar een verpleegafdeling”. 

De moeder en oma van Lisselotte mochten weer bij haar dochter komen. 
Lisselotte, voelde zich nog wel heel erg moe, en had enorme hoofdpijn. Gelukkig kreeg ze iets tegen de misselijkheid. En, die middag kon zij al naar een andere afdeling. 
Ze kwam op een vrij grote zaal te liggen. Wel met allerlei gekleurde gordijnen, en jongeren. Naast haar lag een jong meisje, ze lag hier al twee weken. Ze had een heftige infectie opgelopen. En omdat ze chronisch ziek was. Konden ze dit slecht bestrijden. 
Nu mocht haar moeder en oma alleen maar komen op de bezoek tijden. Dus besloot haar moeder om het werk weer op te pakken. Ze moest toch al elke keer in het ziekenhuis zijn. Dus kon ze net zo goed wat uurtjes werken. 
Oma ging naar huis, haar huis in orde maken zodat Lisselotte en haar moeder daar konden verblijven. Als Lisselotte naar huis mocht. Aangezien, de woning nog niet gemaakt was. Doordat die boomwortel naar binnen was gegroeid. 
Gelukkig was Oma mobieler als dat Lisselotte altijd had bedacht. Lisselotte had haar oma nog wel gevraagd naar het teken. Maar ook nu werden ze weer onderbroken. En daarna leek het Lisselotte even niet meer zo bezig te houden. 

Na een week, mocht Lisselotte naar huis toe. Nou ja naar huis ze zou naar het kleine huisje van oma gaan. Omdat ze dan geen trappen hoefde op te klimmen. En omdat haar arm ook in het gips zat kon ze ook niet met krukken lopen. De afhankelijkheid vond Lisselotte lastig. 
Helaas had ze ook veel van school gemist. En, omdat ze nou niet bepaald goed in de klas lag. Kwam er ook geen klasgenoot op bezoek om het school werk te brengen. Dus uiteindelijk heeft haar moeder haar mentor gebeld. Zodat Lisselotte, wel iets te doen had. 

Lisselotte lag heerlijk voor een groot raam, vanwaar ze de mooie Eik in de tuin kon zien. Het deed haar aan vroeger denken. Dat ze met linten om de boom, dansten. Met oma,en nog wat mensen. 
Het was een bijzonder ritueel, het had met de lente feesten te maken. Zo werd gevierd dat het lente was. Haar moeder deed nooit mee. Bleef altijd op een afstandje kijken. 
Nu Lisselotte, daar zo lag ging ze steeds meer na denken. En schreef alle vragen een voor een op. 
Uiteindelijk begon ze maar eens aan haar huiswerk Engels, Gelukkig koste het haar geen moeite om alle voorzetsels uit haar hoofd te leren. Maar, opeens stuitte ze op de bladzijde, en alles kwam even voorbij. Die dag van het ongeluk. De bibliotheek. De vragen die ze bij de tekening had opgeschreven. 
Haar moeder werkte nu extra veel, omdat het geld hard nodig was. Maar het leek ook of ze weg liep voor alles. Ze nam niet de moeite om even rustig naast haar dochter te gaan zitten. Om even te praten over hoe haar werk dag was. Wat ze vroeger thuis wel lekker deden. Gelukkig was de kat wel welkom bij oma, Die lag dan ook heerlijk bij Lisselotte op schoot. Oma, was druk in de weer, en wilde goed voor haar kleindochter zorgen. Kwam soms aan met de gekste thee. Maar vreemd smaakte het niet echt. Elke keer zei oma dan weer:’het is goed voor je mijn kind”. 
Gelukkig kreeg Lisselotte wel hulp van de zorg. Want dat had oma allemaal niet gekund. Maar ze zou blij zijn als het gips eraf mocht. Want ze voelde zich zo gevangen, en alles jeukte. 

Nog een week en dan was ze jarig. Gelukkig ging het gips er voor haar verjaardag er af. De rest van de klachten waren gelukkig verdwenen. En de blauwe plekken waren nu, alleen nog maar vage gele schimmen op haar lijf. De wond op haar buik genas mooi. En, pijn deed het niet meer. 
Maar ze mocht als het gips eraf was. Nog even niet bukken of zwaar tillen. 
Uiteindelijk kwam die avond haar moeder bij haar bed zitten. Het moment waar ze zo naar verlangde. 
“Over 7 dagen ben je alweer jarig,’: begon haar moeder onzeker. “Wat zou je voor je verjaardag willen hebben”. 
“Eum jeetje mam, ik hou van lezen, dus een goed boek, of misschien een nieuwe fiets, maar daar is het geld denk ik niet voor, Of iets leuks voor mijn kamer:”Zei Lisselotte hardop denkend, maar eigenlijk wilde ze alleen maar antwoorden op haar vragen. 
‘Je word alweer 16, wat gaat het toch allemaal snel, ik weet nog de dag dat jij in mijn armen lag, je was net vijf minuten voor twaalf geboren, anders was je op 1 november jarig geweest”: zei haar moeder vooruit starend naar niets. 
Lisselotte begon weer te denken. Wat maakt dat nu uit 31 Oktober of 1 November. 
Opeens keek haar moeder haar aan
“Lies, je weet toch dat 31 Oktober en speciale dag is?” Zei haar moeder met een doordringende blik. 
“Ja mam, dan is het Samhein, en dan zijn de geesten, dicht bij is pap dan ook dichtbij?’Vroeg Lisselotte vanuit het niets. Ze wilde zo graag antwoorden. 
‘Euh. Euhm, Jeetje luister Lisselotte, Na dit verhaal moet je goed luisteren”: Zei haar moeder, iets wat overvallen maar ook niet het was nu dat de deur was ingetrapt. Nu kon ze het haar dochter vertellen. 

Bijna 16 jaar geleden, kwam jij op de wereld. Op een speciale dag voor ons. En zeker hoe wij denken over ons bestaan. De laatste tijd gebeurden er dingen. Maar die gebeurden niet zonder reden. 
En, dat jij een symbool ziet, is niet zo gek. 
Oma stamt af van een clan, een clan die heel veel met de natuur te maken heeft. Vandaar dat jij het ook altijd in je hebt gehad om lekker door het gras te rennen op blote voeten. En, dat je heel handig bent met bloemen. In Ierland hebben we 7 Clans maar ze kunnen elkaar allemaal niet in de waarde laten. Dat is erg lastig. Er zijn vele oorlogen geweest. Zeker 100 jaar terug. Maar nog steeds op de dag, van vandaag vind het zijn weerslag. 
Je, vader is niet dood Lisselotte, hij leeft. Maar zit midden in de Clan. 
“Hij leeee…fft… nog”: stotterde Lisselotte, er bekroop haar een gevoel dat haar vader haar in de steek had gelaten. Haar moeder ging hier niet op in. 
Lisselotte jij bent altijd anders geweest als andere kinderen. Jij kunt beter leren, jij bent een eenling en hebt geen vrienden. En maakt deze ook niet echt. Omdat jij anders bent. Alleen dat wist jij niet. Ik had oma beloofd je alles te vertellen als je 16 werd. Omdat, dat er dan iets magisch gebeurd. 
Lisselotte haar hersenen werkten op volle toeren. Hoe wat, waar ze had zoveel vragen. Zoveel. Maar haar moeder legde even haar vinger op haar mond dat Lisselotte moest zwijgen. 
Als jij 16 word dan word er weer een poort geopend. Die heel erg belangrijk is. En hier wachten alle clans op. Je moet je voorbereiden. ‘opeens hoorde ze een harde donderslag’ Ze schrokken beide, en haar moeder stond op en ging kijken…………………… 

Deel 8

De oma, van Lisselotte stond met een wezenloze blik naar buiten te staren. Iets achterin de tuin brandde, Het was de oude eik. De bliksem had de Eik geraakt. En, er leken zes mensen om de boom heen te zweven. Alle zes hadden, ze een ander gewaad, of stok of symbool. 
“Wat gebeurd hier toch”: Riep Lisselotte, die nu wel eens eindelijk gehoord wilde worden. 
Haar hersenen, maakten over uren. 
De zes mensen bleven maar om de afgebroken boom zweven, verder kwamen ze niet. 
Oma, slaakte een zucht en liet haar hoofd zakken. En ging bij haar kleindochter zitten. En ook de moeder van Lisselotte kroop bij haar dochter op bed. 
“Dus, papa leeft nog”?”: Was de eerste vraag die Lisselotte meteen stelde. 
“Ja, hij leeft nog”: Zei de moeder van Lisselotte, en sloeg haar ogen neer. 
“Waarom heeft hij dan nooit contact gezocht?”: Vroeg Lisselotte, 
En oma antwoordde:’Dat wilde hij wel, maar alle contact verliep via mij, omdat het anders te gevaarlijk is. Zie, je die mensen daar bij de Eik.”
“De Eik beschermd ons, maar niet voor lang, Dat zijn de hoofden van andere Clans.”
“En nu, heeft de bliksem onze Eik verwoest en kunnen ze dichterbij komen. Ze willen jou”

“Maar wat kan ik doen?”Wat moet ik doen”?: Lisselotte kon niet meer stoppen met vragen stellen. 
Oma nam nu maar het woord. Omdat de moeder van Lisselotte, niet overal het antwoord op wist. 
Al honderden jaren geleden, waren er 7 clans, één voor het lucht, één voor water, één voor het vuur, één voor de grond, één voor de mensen, één voor het weer, en één voor de natuur. In die jaren waren het goede tijden. De Clans moesten juist ook samen werken. Om zo alles goed te laten verlopen. Hier geloofden ze ook in. Maar, ook mensen in de Clans overlijden. En als er, dan een Clan leider was overleden, moest er een nieuwe gekozen worden. 
Nu 100 jaar geleden, gebeurde dit ook bij “water”en “vuur”. Alleen hadden deze Clan leden hun eigen, ideeën, en dat ging niet samen met waar alle zeven clans voor streden. Dus, er ontstond een flinke ruzie en er gebeurde iets ergs op de belangrijkste bijeenkomst. Die tot op de dag van vandaag nog steeds uitgevochten moet worden. 
Alle andere Clans lijden nu hieronder. En er word flink om macht gestreden. 
Omdat jou vader al bij de Clan zit volgt automatisch het eerst volgende kind als deze 16 word. En gaat een belangrijke rol binnen de Clan spelen. 
En jij gaat een hele belangrijke rol invullen. Het is namelijk zo, dat nu bijna alle Clans een vrouw als Leider hebben. Alleen onze Clan niet. En, jij bent de uitverkorene. 

De rede dat jij op school altijd het buiten beetje was. Of dingen zag in je dromen hebben allemaal met een gave te maken. Maar doordat, wij dit wilden tegen houden. Je moeder wilde niet dat ze jou ook kwijt zou raken. Mocht je dit nooit te weten komen. Maar, jij kunt nog meer leren. 
We hebben eigenlijk nog maar een paar dagen, om veel van jou gave aan te leren. Zodat je straks heel erg sterk staat in de strijd. Wij denken dat als er allemaal vrouwen aan de macht zijn. De uiteindelijke macht verdreven gaat worden. 
En, hier wacht je vader al zolang op. Hij wil je zo graag ontmoeten. 

Straks als je 16 bent, dan is het niet meer gevaarlijk als je vader bij jou in de buurt komt. En, dat er macht heerst is al te zien. Aan de dingen die de laatste dagen zijn gebeurd. De boomwortel in jullie huis. Het ongeluk, en nu de donder in de Eik. Onze vertrouwde Eik. 

Lisselotte, werd moe, verschrikkelijk moe van het denken. En oma vond ook dat ze genoeg had verteld. Lisselotte was zo moe dat ze geen enkele vraag meer wist te stellen. Ze voelde nog hoe haar moeder, door haar, haar streek en viel in een diepe slaap. Een droomloze slaap. 
En, werd al vroeg in de ochtend wakker, door heerlijke geuren die in het huis hingen. Geluiden van de vogels die niet vertrokken waren naar een warmer land. Deze waren flink aan het fluiten. Oma, was druk in huis bezig. Ze liep met haar oude wandel stok, en had iets in de handen wat brandde, en een bepaalde geur af gaf. Oma, zag dat Lisselotte keek. Dit is om het huis te zuiveren. Wacht ik heb hier een boekje. Omdat het bijna zover is. En onze Eik ons niet meer beschermd. Moeten we de andere krachten van de natuur gebruiken. 
Lisselotte, keek een beetje duf naar het boekje. Ze dacht wat er gisteravond was gebeurd, en gezegd. Een grote droom was. Maar dit bleek echter anders te zijn. 
Ze keek naar buiten, en zag de verkoolden resten van de mooie Eik. 
Van binnen voelde ze woede opkomen. Oma zag het gebeuren. En riep meteen:”Niet doen, Lisselotte, wij willen juist vrede geen verdriet, en kwaadheid creëren”. 
“tel tot 10, en op tien blaas je, je woede uit”. Zo kun je zonder emotie vechten. 
Die ochtend leerde Lisselotte, veel over controle over haar eigen emotie. En om te gaan met frustratie. Ze had nu pas, het idee dat ze leerde waar ze voor op de wereld bestond. 
Ze vond het interessant, en wilde dit graag leren. 

Oma, was allang blij, dat nu bijna alles verteld was. Nu waren er geen geheimen meer in huis. En zo op deze ochtend las Lisselotte 6 boeken door. Ze maakte soms notities. 
Oma vond het nog net te vroeg, om te starten met allerlei magische dingen. Dus besloot, dat Lisselotte, morgen iets mocht proberen. De moeder van Lisselotte, keek alles met lede ogen aan. Ze was zo bang haar dochter te verliezen. 
In de avond toen Lisselotte, probeerde te slapen. Hoorde ze nog een hoop geroezemoes van boven komen. Waar oma en mama sliepen. 
En, af en toe ving ze wat woorden op. Daaruit bleek wel hoe bang haar moeder was. 
Maar Oma Stelde haar gerust.. 

De volgende dag, kon Lisselotte, niet wachten om te beginnen. Maar eerst stond er nog een bezoekje aan het ziekenhuis te wachten. Ze gingen kijken of het gips er al af mocht. 
Het kon Lisselotte, allemaal niet snel genoeg gaan in het ziekenhuis. Maar, het duurde erg lang. Uit de foto bleek, dat het gips gelukkig al wel van haar been kon . Haar arm kwam een ander gips omheen, maar, ze kon het lopen weer opbouwen. Al viel dat vies tegen toen ze uit het gips kwam. 
Ze, dacht dat ze zo weg kon lopen. Maar, dat bleek anders te zijn. 
Enorm stijf, en onhandig begon ze aan haar wandeling richting de uitgang van het ziekenhuis. Haar moeder zei haar gedag. Omdat ze nog moest werken. En Lisselotte, vertrok samen met haar oma met de taxi naar huis. 
Onder weg keek Lisselotte, naar de bomen. Ze herkende ze elk voor elk. En, ze was blij dat ze nu de boeken van oma in mocht zien. Want nu had ze dat al geleerd. Even later keek ze weer door de voorruit. De taxi chauffeur, een licht kalende man. Was nogal opgefokt, en wilde opschieten. Hij had klamme handen zag Lisselotte. En, hij gedroeg zich vreemd. Het was geen grote man, mager. En Lisselotte schatte hem rond de 45. Opeens keek hij in de spiegel naar de achterbank recht in de ogen van Lisselotte. En Lisselotte, Schrok zich rot, ze zag twee fel rode ogen. En, ze kon haar ogen er niet vanaf houden. 
Oma was het die het doorbrak. ‘Hey kijk uit joh, je reed die vrouw bijna van het zebrapad af”: zei oma nogal geïrriteerd. 
Het oogcontact verbrak meteen, en hij tuurde naar de weg. Lisselotte, keek om zich heen. Maar zag geen vrouw of zebrapad. 

Eenmaal thuis. Gingen ze aan de grote tafel zitten. Oma aan de ene kant. En Lisselotte, aan de andere kant. “Ik zag wat er gebeurde in de taxi, dus heb het maar even onderbroken”: zei oma. 
Hij was onder invloed gebracht door iemand van de Clan voor mensen. Hij probeerde contact te maken op een verkeerde manier. Je moet ze niet via een spiegel, of rechtstreeks in de ogen kijken. Omdat je op die manier macht af probeert te dwingen. Die ochtend leerde Lisselotte, veel over de verschillen tussen de Clans en waar ze zich mee bezig hielden. Wat de sterke punten waren. Maar ook de zwakke. Ook nu maakte ze weer aantekeningen. Ook leerde ze spullen te verplaatsen met haar geest, en gedachten te lezen. Want het bleek, dat je als Clan elkaars gedachten kunt lezen. Lisselotte bleek ook over voorspellende dromen te beschikken. En dit moest ze gebruiken. Oma gaf haar een speciaal dromen dagboekje. Waarin Lisselotte, al haar dromen kon omschrijven. En meteen iets op kon zoeken. Als ze niet wist waar het voor stond. 
Oma, was blij haar kleindochter zo bezig te zien. Zeker omdat, het zo ontzettend belangrijk was. 

En in die paar dagen heeft Lisselotte heel veel geleerd. En, het was de dag voor haar verjaardag. Weer verschenen de 6 schimmen bij de Eik. Lisselotte, probeerde te achter halen wat ze wilden. 
Ze hoorden eerst woorden “Wraak”, ‘Bang maken”,”Mooi hé die Eik zo”. Het waren macht woorden. Later hoorde ze een duidelijke mannen stem. Ergens kwam het haar bekend voor. 
‘Lieve Lisselotte, Lieve Selot, luister niet, naar deze dames volg je eigen groene hart. Morgen zul je mij ontmoeten”: en de stem verdween net zoals hij plotseling was op komen duiken. 
“Oma, wie is Selot?”: Vroeg Lisselotte. 
Oma schrok niet echt, ooh mooi je hebt je vader dan eindelijk gehoord. Het is je gelukt, om je vader te horen over de 6 schimmen heen. Jou echte naam is Selot. 
Vanaf morgen zul je ook zo genoegd worden. Selot. 

Lisselotte, hoefde niet eens te wennen aan de naam. Selot, het klinkt wel stoer. Voor het eerst in haar hele leven voelde ze zich stoer. 
Maar midden in de nacht toen het de 31ste werd. Voelde ze zich niet meer zo sterk. 
Ze kroop diep onder haar dekens. Ze pakte haar zaklamp, en begon alle aantekeningen te bestuderen, wat kan ik over een paar uur verwachten……….

Deel 9

Lisselotte, werd wakker van een wekker. Het was acht uur in de ochtend. Ze was toch uiteindelijk in slaap gevallen met alle papieren nog op haar schoot. Ze kon niet echt het verjaardag gevoel bij zich toveren. Want, wat zou er nu toch allemaal gebeuren?
Ze snoof een keer, en dacht ‘ooh heerlijk ik ruik, bacon en eieren, en kleine pannenkoekjes”. Daar ben ik zo dol op. Dat, idee dat ze dat, zo zou krijgen. Maakte het bewuste gevoel iets minder. 
De moeder van Lisselotte, had vrij genomen van haar werk. En oma was druk in de keuken bezig. En moeder hielp daarbij. Na ongeveer 5 minuten wachten, kwamen ze al zingend naar Lisselotte toe. 
Oma ging op de stoel naast het bed van Lisselotte zitten, en de moeder van Lisselotte, op haar bed. 
En, gaf haar dochter een zoen, Gefeliciteerd, Oma stond op, en gaf haar kleindochter ook een kus, en zei ook gefeliciteerd. 
“Heb je een beetje kunnen slapen”: vroeg haar moeder
“Ja, ging wel, “: loog Lisselotte, Oma zag de denkrimpel bij haar kleindochter. 
‘Hier tast toe”:zei haar moeder, terwijl ze het dienblad dichterbij schoof. 
Onhandig pakte Lisselotte, wat ze wilde eten, “Bah die arm zit wel in de weg zeg”: Zei Lisselotte met een zucht. 
Moeder moest een beetje lachen, om de klunzige actie van haar dochter. “Eet dan ook met je andere hand. Dat gaat makkelijker, en je gips word niet vies. “: Zei oma nogal nuchter, 
Nadat alles op was. Kwam oma als eerste met een cadeau. 
Het zat in een heel mooi papier. Bijna zonde om het open te maken. 
Uiteindelijk toch voorzichtig zodat ze misschien het papier nog een keer kon gebruiken. Er stonden zonnebloemen op, met een goud randje. Er zat een boek in. Een bijzonder boek, het teken van de Clan stond op de voorkant. Lisselotte, wist wat het was, haar eigen brouwsel, en spreuken boek. Oma zei erbij:”bewaar hem goed, en laat hem niet in andere handen komen, want het zijn jouw spreuken”. 
‘Ja oma, ik doe het,”: zei Lisselotte plechtig, 
Daarna stond moeder op om haar cadeau te halen. Ook, dit was ook zo mooi ingepakt, Lisselotte, haalde het voorzichtig uit de verpakking. Het leek op een boek. Maar hij was enorm bewerkt, met zelf gemaakte tekeningen. En verhalen. 
“Het, is van je vader. Je vader hield het bij. Sinds hij weg was. Probeerde hij elke keer wat dingen erin te schrijven, zodat jij de jaren zonder hem niet, helemaal zonder hem hoefde te doen. En je het misschien beter zou begrijpen:”Zei moeder. Bijna opgelucht, dat ze het haar dochter nu kon geven. 
En, dit is ook nog voor je”: zei de moeder van Lisselotte, 
“Een cadeau van mij en Moony,”: Dit zat in een ander papier, dus Lisselotte wist dat haar moeder het echt zelf gekocht had, 
Het was een klein doosje. Lisselitte opende het. En keek vol bewondering naar de inhoud. 
Het, was………………………………

Deel 10 

Iets glinsterend lag in het witte watje. Het was een medaillon, Met het teken erop dat Lisselotte steeds in haar dromen zag. Lisselotte, bekeek het aandachtig. En opende het voorzichtig. En zag een foto van haar moeder met Moony in haar nek, en haar vader aan de andere kant. 

‘Dat kun je altijd bij je dragen, en het zou je helpen in de strijd om alles weer goed te krijgen”: Zei haar moeder. Lisselotte, Schoof naar haar moeder en gaf haar een dikke knuffel. Ze had al zo opgezien tegen deze dag. Maar nu, met dit cadeau wist ze dat haar moeder toch achter alles stond. 
“Oma u ook bedankt voor het boek, ik zou het met alle krachten bewaken die ik heb”: zei Lisselotte trots. Want ze had immers gelezen hoe ze haar boek kon beveiligen. 

Toen haar moeder en oma even weg waren om boodschappen te halen. Ging Lisselotte zich snel klaar maken voor de dag. En, ging aan de keukentafel zitten. Haar arm zat haar nog wel in de weg. Maar toch wist ze hier al handig mee om te gaan. Ze had een leuk vrolijk blouseje aan met een spijker broek. Ze pakte het cadeau van haar oma. En bladerde haar aantekeningen door. 
Ze legde haar hand op het boekje en sprak de spreuk om het te beschermen uit.

Galina galono, Gahades, Gejoh
Sjamala, Hadesha, Hagana. 
Gehama Ingebookh. 

Het was een hele oude spreuk, in de taal van de Kelten. En haar oma had haar geleerd hoe ze alle woorden moest uitspreken. Althans de meeste woorden. 
Ze liep naar waar haar bed stond. En riep:”Boek hier!”En met een snelle vliegende beweging kwam het boek in haar hand terecht. Lisselotte ging nog even wat lezen. Het weer buiten was redelijk. Ze had graag een wandeling gemaakt, maar toch was ze ergens bang. Dus bleef ze maar binnen wachten. En nog snel even wat dingen in haar nieuwe spreuken boek noteren. Ook de spullen de ze zelf al had genoteerd. 

Haar oma en moeder kwamen thuis, ze hadden meteen alle boodschappen van de week gehaald. En hadden ook een hele mooie taart meegenomen. 
Lisselotte haar moeder liep even naar boven. Dus kon Lisselotte aan haar oma laten zien, wat ze had gedaan. Haar oma was trots op haar. 
Verder die dag verliep rustig, na het eten ging de moeder van Lisselotte naar boven. Alsof het afgesproken was. Oma liep naar Lisselotte toe. “Het is zover,”: Zei oma. 
“Wat bedoeld u, wat moet ik doen”: riep Lisselotte een beetje in paniek. 
“Het is tijd, je moet zo naar de oude Eik in de achtertuin, dan word de poort geopend’: Zei oma kalm.
Ze had dit immers zelf met haar eigen zoon, die had ze ook moeten laten gaan. De moeder van Lisselotte had hier duidelijk veel moeite mee. 
Oma liep naar de kast waar Lisselotte eerst niets mee mocht. Ze maakte het slotje open. En haalde er iets uit. En gaf het aan Lisselotte. Het was een soort cape. En er zat een mooie witte jurk bij. “Dit moet je aantrekken”: zei haar oma. 

Met knikkende knieën, liep Lisselotte naar boven. En kleedde zich om. De jurk had mooie puntmouwen, en was bewerkt met allerlei blaadjes geborduurd met witte parelmoer garen. Om haar middel zat een witte satijnen lint. Lisselotte, bekeek zichzelf in de spiegel. En, voelde zich heel bijzonder. Het andere was een groene cape, fluweel zacht, en ze deed het over de jurk heen. 
En liep van de trap af naar beneden. Haar moeder, was inmiddels al aan de tafel gaan zitten. En bekeek haar dochter aandachtig. “Selot, dat is mijn oude jurk, en nu mag jij heb dragen hij zou je kracht geven”: Zei oma trots. “Hier”: zei de moeder van Lisselotte, en gaf haar een buidel met bevende handen. Lisselotte keek in de buidel er zat poeder in. Ze herkende het uit de boeken. En, nog een flesje met een speciaal drankje. Ze wist waar alles voor diende 
“ Hier boek!”: Zei Lisselotte. En, haar boek kwam van onder haar kussen naar haar toe vliegen. Snel stopte ze het in de buidel. Die ze om haar middel knoopte. 

“Lieve Selot het is nu zover,”: Zei oma
“Lieve Selot, dit moet jezelf doen”: zei haar moeder met tranen in haar ogen. “Doe je de groeten aan je vader”: Zei haar moeder. 
Lisselotte haar oma legde uit wat ze moest doen. Ze moest naar de oude verbrande Eik lopen. Zonder angst. En ze zou zien dat er iets magisch ging gebeuren. De rest kon oma niet vertellen. Omdat Lisselotte, het zelf moet zien en voelen. 
Oma gaf Lisselotte nog een kus op haar voorhoofd “Deze breng je geluk”: zei haar oma.
Ook haar moeder deed het. En gaf haar een knuffel. En fluisterde in haar oor :”niemand kan jou, verkeerd aanraken alleen uit liefde. Zo zou je, je vader herkennen. Hij kan jou een knuffel geven, Pas goed op lieve Selot.”

Lisselotte liep standvastig de tuin in, ze zag hoe ze dichter bij de boom kwam, kleine lichtgevende soorten vlinders vliegen. En kleine wezentjes op de verbrande boom zitten. Ze stapte een cirkel in, die oplichtte, en toen ging alles in een flits……………………………………………………

Deel 11

Met een flits schoot Lisselotte, de oude Eik in. En stond ze in een grote verlichte ruimte. Er hingen oude lantaarns aan de wortelen van de Eik. Met in elke Lantaarn een vuur elfje. Die voor de verlichte ruimte zorgde. Lisselotte keek haar ogen uit. Ze bekeek een enorme lantaarn vlak bij haar die het meeste licht produceerde. En zag daarin een hele mooie elf zitten. Met paarse vleugels, fel groene ogen. Lang haar. En, zag dat deze elf heel veel licht in haar handen kon maken. De elf keek aandachtig naar Lisselotte. En fluisterde:”Selot…… wees welkom……help ons…..maak vrede……. Vervolg het verlichte pad. 
De elf wees met haar hand richting een pad. Lisselotte, liep langzaam het pad in. En hoorde bij elke stap geroezemoes. Van elke lantaarn hoorde ze de elfjes tegen elkaar praten. Ze kon het niet verstaan. Wel haar naam Selot. Dat viel een paar keer. Dus die elfjes zouden wel bedoelen kijk eindelijk daar heb je Selot. 

De gang leek eindeloos, maar opeens stond ze in een grote open ruimte. Groter als de ruimte waar ze net als eerste was. Hier hing een grote lantaarn aan het plafon. Of moest ze nu denken aan de onderkant van de aarde?. De lantaarn gaf een mooi blauw paars licht af. Af en toe vlogen er vreemde wezens vlak langs Lisselotte haar hoofd. Een van de wezens ging zachtjes op Lisselotte haar schouder zitten. En bekeek Lisselotte. Haalde haar smalle hand door het haar van Lisselotte. En fluisterde:”selot glada mala slalala ghaldala”. Lisselotte keek het vreemde wezen aan. Ze begreep niet veel van de woorden. Er kwamen meerdere wezens aan. Ze leken wel wat op elfjes, maar ook op vlinders. Een, fluisterde heel duidelijk:”Selot, welkom wat zijn we blij dat u er bent, maar uw haar. 
Lisselotte:”mijn haar wat is er mis met mijn haar?’
En voor ze het wist vlogen de elfjes in het rond. En, leek alles te glinsteren. En zo snel als het begon was het ook weer afgelopen. De elfjes vlogen langzaam van Lisselotte weg. En, vlogen naar een spiegel. Een hele oude spiegel. Want hier en daar zat er een scheur in. En was de spiegel zwart. En Lisselotte bekeek zichzelf hier in. De wezens waren niet te zien in de spiegel ook al zat er nog een op haar schouder. Ze wist niet wat ze zag. Haar, haar glinsterde als het maanlicht. En ze had krullen. Het altijd zo blonde sluike haar. Had nu vorm. En voor het eerst vond ze dat ze er knap uit zag. Dat gaf haar een goed gevoel. En toverde meteen een glimlach op haar mond. Alle angst leek voor even verdwenen. 
Tot er een harde stem klonk:”Selot, mijn dochter daar ben je dan”. Lisselotte herkende de stem. Het was haar vader. Er kwam een lange man op haar aflopen. Met een bijzonder mantel aan. In zijn riem hing een zwaard. En, het leek net of hier de tijd na de middeleeuwen stil had gestaan. “Pap,’ooh pap”.: Zei Lisselotte enthousiast. En rende op haar vader af. En viel hem in de armen. 
“Ik zie dat de Flefjes, het niet konden laten”: zei haar vader lachend. Lisselotte bekeek haar vader met een niet begrijpende blik aan.” Flefjes? Wat zijn dat?”: vroeg Lisselotte. 
“Flefjes verzorgen je, ze maken je wie je bent.”: Was het snelle en korte antwoord van haar vader. 
“kom volg mij maar”: Zei haar vader en stak zijn hand uit. Hand in hand liepen ze verder onder de grond. Lisselotte keek haar ogen uit. Ze verwonderde zich over het feit, dat het hier donker was, maar de meest kleurrijke bloemen bloeiden. De lantaarns met de elfjes. En vroeg bij zichzelf af of de elfjes nooit moe werden. Maar op eens werd de gang donker. 
“wacht even:”riep de vader van Lisselotte. “Er is een afwisseling van de wacht”. 
En na vijf tellen vlogen de lantaarns weer een voor een aan. En kwam er een invasie van elfjes voorbij. Ergens bij een inham vlogen de elfjes door een openstaande deur. Met het clan symbool. En, zochten daar in de zachte kussens hun slaapplekjes op. Oké, dacht Lisselotte, nu is die vraag ook beantwoord. 

Na tien minuten lopen kwamen ze aan bij een soort café ruimte. Er stonden tafels en stoelen. En een bar. En zo uit het niets werden er door lichtjes Hoera geschreven. En kwamen er overal mensen vandaan die in ongeveer dezelfde kleding als haar vader liepen. “Selot van harte gefeliciteerd met je verjaardag”: werd er door iedereen geroepen. En opeens stond er een grote taart midden op tafel. 
Iedereen ging zitten. En Lisselotte kreeg plek op een grote stoel aan het hoofd van de tafel. 
Iedereen dronk at en genoot. De Flefjes vlogen ook rond. En schonken de drankjes bij. En aten ook stiekem van de taart. En het Flefje dat steeds bij Lisselotte op haar schouder had gezeten, gaf Lisselotte een mooie grote witte roos. Drie Flefjes pakte hem op en staken hem in het haar van Lisselotte. 

Na een half uur stond iedereen op, en liep weg. Lisselotte en haar vader bleven over. “Selot het word tijd dat we gaan slapen, morgen dan moet je fit zijn. Want we gaan veel leren. 
En de Flefjes willen graag wat aan je arm doen. En dit is mijn cadeau voor jou verjaardag. 
Het zat in een fluwelen zakje. Lisselotte opende het op tafel en zag dat het een kleine dolk was in een speciaal leren hoesje. En op het lemmet stond het clan symbool. 
nietszeggend keek Lisselotte haar vader aan. “deze heb je echt nodig”: zei haar vader. En nam haar bij de hand, en leidde haar naar een grote deur. Daarachter zat een heel mooi slaapvertrek
In het midden stond een groot hemelbed, de wanden waren beschilderd net alsof je in een grote weide liep, Aan het plafon hing een bijzonder lantaarn. Met daarin……………


Deel 12, 

In de lamp zat een mannelijke elf, zijn licht was blauw paars met glinsteringen. Zijn ogen waren diep groen, zijn vleugels het zelfde als de kleuren in de lamp. En het gaf iets van rust. 
Lisselotte bekeek de kamer verder, het was rond en het idee van op de weide lopen vond ze heerlijk. Het hemel bed zag er heerlijk uit. En op een stoel in de hoek, lag een mooie witte nachtjapon. Ze trok deze aan. Hij rook naar rozen. Lisselotte maakte nog een paar draai bewegingen. En kroop toen in haar bed. Ze zag dat er een paar Flefjes in haar kamer waren. Langzaam liet ze haar hoofd vallen op, het donzen kussen. Haar arm legde ze op een kussen. En al snel viel ze in slaap. Terwijl ze sliep, gingen de Flefjes aan de gang. Ze riepen, wat spreuken en strooide verschillende spullen over haar arm. Langzaam stukje voor stukje haalden ze het gips weg. 

Al, vroeg fluisterde een Flefje in Lisselotte haar oor,:”Selot wakker worden”. 
Lisselotte opende haar ogen en keek rond. Merkte dat haar arm uit het gips was. En zag dat haar jurk netjes aan een hanger hing. En er zelfs nieuwe linten aan zat. Ze stond op, en liep naar een deur, en opende hem. Daar achter was een grote badkamer, waar een bad in het midden stond die al gevuld was met water en heel erg veel sop het rook er naar lavendel. Ze liet haar nachtjapon van haar schouders glijden. En gleed, in het water. Wat voelde dit heerlijk. De Flefjes wasten haar, haar. 
Na een half uurtje stapte Lisselotte, uit het bad. En, pakte een handdoek aan, wat een paar Flefjes omhoog hielden. Eigenlijk was het een prachtig gezicht al die gekleurde Flefjes. 
Ze droogte zich af. En haar vader, had niet gelogen, De Flefjes verzorgde je inderdaad. 
En na een half uur zag Lisselotte, er uit alsof ze naar een bijzonder feest ging. 

Ze ging terug naar haar slaapkamer, en zag dat er eten stond. En nam er wat happen van. Ze bekeek haar boekje met aantekeningen, want ze zou zo weer haar vader ontmoeten. En, wilde haar vader niet teleurstellen. Ze pakte haar fluwelen tasje en stopt daar het fluwelen zakje met de dolk, bij in. En verliet haar kamer. Ze kijkt weer de lange gang in. Nu liepen er meer mensen. Goedemorgen Selot werd er geroepen. En uiteindelijk vond ze haar vader. Ze moest hem volgen naar weer een andere gang. Daarachter zat, een soort leslokaal met nog meer boeken. Haar vader wilde zien wat Lisselotte al kon. Dus Lisselotte liet al zien wat ze, van haar oma had geleerd. 
Af en toe merkte Lisselotte dat er zand naar beneden viel. Haar vader stelde haar gerust. Dat het gewoon mensen boven de grond waren die erboven overheen liepen. 

Na een uurtje oefenen nam de vader van Lisselotte haar mee. Ze gingen naar een aparte gang waar je snel heen en weer kon gaan onder de grond. Je stapte dan in een bijzonder mooie slee, en riep waar je heen wilde, en vertrok daarheen. En, ze namen plaats, Eik 7, riep de vader van Lisselotte. 
Lisselotte was benieuwd wat haar nu te wachten stond………..

Deel 13, 

De mooie uit hout gesneden slee, gleed door de gangen. En, Lisselotte keek haar ogen uit. Overal zag ze Flefjes, boomwortels waar lantaarns aanhingen. En mooie kleuren licht. Ze keek eens over het randje en zag dat de afgrond wel erg diep lag. Ze vroeg aan haar vader :’pap hoe wordt deze slee aangestuurd”? “nou “:zei haar vader, “globbes, globbes doen dat, Dat zijn wezentjes die je moet leren zien en duwen de slee snel voort”. Lisselotte haar nieuwsgierigheid was gewekt., En, ze vroeg aan haar vader hoe zij ze ook kon zien. 

Haar vader zei:”je moet zeggen globbe, bobbe globbe bobbe gransa glode glooi, “,
Lisselotte die zo ontzettend op haar uitspraak heeft gelet begon het te zeggen. 

Globbe, Bobbe, Globbe, Bobbe, Gransa Glode Glooi, 

Het klonk een beetje zangerig, zo hoorde het ook. En ze keek achter bij de slee. Daar keken vier paar grote blauwe ogen haar aan. Daar stonden twee wezentjes. Ze hadden hun handen tegen de slee. En renden zo hard als ze maar konden. Ze hadden fel blauwe ogen, een klein dopneusje, een brede glimlach op hun gezicht staan. En ze vertrokken geen spier, ondanks ze de zware slee met veel snelheid voortduwde, Ze rende zo makkelijk de gangen door. Ze hadden beide een rode kleur haar wat een beetje wild zat door het harde lopen. Ze hadden puntige oren. En, droegen oranje kleding. Als je goed keek, leek het alsof, hun kleding uit allemaal herfst bladeren bestond. 
“Ooh wat zijn ze mooi”: fluisterde Lisselotte, tegen haar vader. “Ja, mooi zijn ze:’zei haar vader,:’maar we moeten ze wel in beweging houden, anders slopen ze alles wat ze maar tegen komen. Lisselotte keek nog een keer naar achteren en geloofden het allemaal niet. Dat deze twee lieve figuurtjes, van alles kapot zouden maken. Dat kwam vooral door hun schattige ogen. 

De slee begon af te remmen, Lisselotte had geen idee hoe lang ze al in de slee zat. Omdat er zoveel te bekijken was. 
De Slee kwam met een schok tot stilstand, ‘Kom Selot, hier moeten we zijn”. En ze stapten uit de slee. Lisselotte had niet gemerkt dat het Flefje wat de eerste avond al op haar schouder zat nog steeds met haar mee ging. Overal waar ze gegaan was. Ging het Flefje mee. Maar toen ze goed keek zag ze dat er bij haar vader ook een Flef op mijn schouder zat. En ze bedacht zich maar om er niet na te vragen. Misschien zijn het wel beschermers, of zo dacht ze. Och nee, vader had het uitgelegd. Ze zijn altijd bezig met het uiterlijk van iemand. Och dacht Lisselotte, wat was het handig geweest als ik al mijn hele leven een Flefje op mijn schouder had zitten. Die er steeds voor zorgde dat ik er goed uit zag. Dan was ik ook niet zo gepest op school. 
Opeens antwoordde haar vader uit het niets:” niet zo denken Selot, je mag alles vragen. In het echte leven waren de Flefjes ook om je heen. Alleen mochten ze in de echte wereld niets voor je doen. Maar pas toen je 16 werd kon je ze zien. 
Lisselotte keek haar vader verschrikt aan hoe kan hij nu weten wat ik denk
En ze moest aan de les van gisteren denken. Dat is waar ook wij hebben de kracht om iemands gedachten te lezen. Maar moeten zelf niet teveel bloot geven. Omdat anders de vijand deze macht kan ontnemen. Dus Lisselotte riep in zich zelf :”gelas gelos glaja galbala”. En zette zo haar gedachten uit. “Goed zo mijn kind”zei haar vader. En hij knipoogde naar haar. 
Ze liepen een rood verlichten gang in. Het leek op een soort noodverlichting wat beneden ook wel eens in de kelders van school te zien was. 

Na de lange gang kwamen ze bij een enorme deur, het hout werk zag er prachtig uit. En Lisselotte zag, het symbool van de Clan. 
Haar vader klopte op de deur. Langzaam opende de deur. “Pap is hier geen beveilig op”: Vroeg Lisselotte, 
“Jawel hoor, want deze gang kun je niet betreden als je niet bij de clan hoort. “Zei haar vader. 
Achter de deur was een grote ruimte, waar 5 verschillende mensen aan een lange tafel zaten. 
3 vrouwen en 2 mannen, 
Een van de vrouwen aan de andere kant van de tafel die aan het hoofd zat zei :”wees welkom Selot”. En gebaarde dat ze moesten gaan zitten. 
De vrouw sprak met een soort zang stem. En ergens klonk het nog grappig ook. 
Selot kreeg de stoel aan de andere kant van de tafel ook aan het hoofd. En haar vader nam plaats op de stoel naast haar. 
Selot nogmaals welkom wij zijn de Clan hoofden. Ik neem nu waar voor Hanle, hij ligt in de ziekenboeg maar is het hoofd van deze clan. En hebben het allemaal geprobeerd om vrede te stichten. Maar ons is het nooit gelukt. Nu hebben we de hoop dat het jou wel lukt. 
Op de tafel lag een tekening, goh wat een vreemde tekening is dat toch dacht Lisselotte. 
Dit is de wereld onder de echte wereld. De wereld waar goed noch kwaad zou moeten gelden. Maar helaas overheerst het kwaad. En word het tijd dat de tijden keren. En er noch kwaad nog goed heerst. Maar, juist veiligheid, geborgenheid, en rust. En vooral vrede. 

Hier wonen de Grado’s En de vrouw wees met een stok naar een plek. Zij zijn het niet eens met de vrede en willen de macht. Hier wonen de Manja Zij willen net als ons vrede. Hier wonen de laythes,, Een groep die zich er liever niet mee bemoeid. Hier de Flasta. Hier, Wrantes zij lopen met de Grado’s mee. En hier de Photy, ook zij willen het liefst de rust. Want er is al teveel kapot gemaakt en dat zou niet moeten kunnen. En hier is ons stukje. Iedereen woonde als je goed keek en een denk beeldige lijn zou zetten in een echte ronde cirkel. 
De cirkel moet weer een geheel worden. Zodat het voor de samenleving boven ook weer veilig word. 
Lisselotte luisterde aandachtig, op de een of andere manier trok de zangerige stem haar aandacht. 

“Maar wat kan ik doen”: vroeg Lisselotte, “Jij Selot beschikt nu over bepaalde krachten, die wij in der loop der jaren verloren zijn. Wij kunnen natuurlijk nog wel wat dingen. Maar, vele dingen niet. En een van die dingen is lief hebben, Zelfs lief hebben als iemand anders jou echt kwaad heeft gedaan, jij bezit deze gave. Wij hebben jou al die jaren gevolgd. Gezien wat er op school is gebeurd. En, zelfs toen koos je om niet te gaan vechten. Maar om weg te lopen, of te zorgen dat het toch aangenaam bleef. “
“maar wat moet ik precies doen:”vroeg Lisselotte weer. 
Over precies een week, hebben wij een samen komst hier, en de vrouw wees op de kaart. Precies in het midden van de cirkel. Daar kwamen wij vroeger altijd al samen om onze feesten te vieren. Tot, Granada van de Grado’s, opeens vond dat zij alle macht verdiende, en ons belangrijkste feest verstoorde. De dag waarop jij jarig bent. Waarop de geesten dicht bij ons zijn. 

“Wat heeft Granada gedaan”: vroeg Lisselotte
“Ze heeft de heilige toverstaf gepakt. En dat is altijd het middelpunt geweest”. 
“deze hang met een speciale spreuk boven het blauwe vuur, deze kun je alleen met een speciale oude spreuk te pakken krijgen. En zij heeft haar machten misbruikt om dus de magisch toverstaf te pakken te krijgen. En daardoor is het evenwicht flink verstoort geraakt. 
Over 7 dagen hebben wij daar met alle Clans een bijeenkomst, en dan word er gestreden om de staf, en in de hoop dat hij weer veilig terug geplaatst kan worden. Zodat het weer evenwichtig word. 
Opeens begon de aarde te beven Lisselotte kroop in elkaar. En, schrok enorm. 
Gelukkig stopte het snel. Op de kaart zag ze iets veranderen………………

Deel 14 

Op, de kaart was een berg, verdwenen. “ooh nee”: riep de vrouw aan de overkant van de tafel, en alle andere mensen smoesden. En er klonk hier en daar een kreet. “Wat is er gebeurd “: Vroeg Lisselotte? 
“De Grados, hebben hun Clan verblijf vergroot, door een grot erbij te pakken. “: Zei de vrouw op een beverige toon.
Er klonken verschillende kreten “ooh nee, nu komt er oorlog”, Ooh jeetje”, “Als er nu maar geen verkeerde dingen gaan gebeuren?”
“Stilte”: Zei de vrouw weer met kalmte in haar stem. “Wij gaan contact zoeken leggen met de Manja’s” : Zei de vrouw. 

Op een zeer zangerige stem begon ze al neuriënd haar spreuk. Lisselotte luisterde aandachtig. 
Eerst leken het klanken, maar later vormden het woorden. 

Mnm aan n aannn aam mm
Naja, Arana, lastilta, 
hl na gna st ma, 
Manja, lasta, gara, lavata, 
Klasteta, Parate, magala, 
Stama ramanaaaa. 

En opeens uit het niets zweefde er boven de tafel een vrouw in een ijsblauwe jurk. En prachtige vrouw, Met Rood haar, Groene ogen, en een lieve lach. 

“Hallo Manja,”: Zei de vrouw aan de tafel. “hallo Eiklaths, Hallo Eliana, ooh en Hallo Selat”: Zei Manja, met een klein knikje richting Lisselotte,. 

En Manja begon te spreken. De Grado’s en de Wrantes, hebben de Halanda berg van ons afgenomen. Granada wist de spreuk, maar had wel een heel leger nodig om ons uit de berg te krijgen, en wij waren niet sterk genoeg. Manja keek treurig naar beneden. 
“hoe zijn je mensen eraan toe?”: Vroeg Eliana, 
“Er zijn er enkele zwaar gewond. En de rest is erg geschrokken, dat ze tot zoiets in staat zijn!”: Zie Manja met een snik in haar stem. 
“wat kunnen wij Eiklaths, voor je doen?”: Vroeg Eliana, 
“De jongeren, zouden die zolang bij jullie kunnen verblijven, want hun school is verwoest”; Zei Manja, 
Om Manja heen werd er door de Clan leden van Eiklaths geknikt. “Ja, dat is prima, want zo kan Selat ook met hun mee studeren,.”: Zei Eliana 
“Fijn dan ga, ik snel weer terug,”: Riep Manja, en ze ging zo snel weg als ze gekomen was. 

Eliana, keek de tafel rond. ‘We moeten de westen vleugel vrijmaken, Daar kunnen de jongeren verblijven en hun spreuken oefenen. Selat, jij word daar dan vanaf morgen stipt om acht uur in de ochtend verwacht. 
Selat zat met vele vragen, maar durfde na dit gebeuren niets meer te vragen. Ze was overrompelt. Door de angst die zij in de stem van Manja hoorde. 
Haar vader stond op, en Selat volgde hem op. Zachtjes zei hij:”Dank je wel Eliana, en leden”. 
En Selat maakte een kleine buiging en bukte iets met haar hoofd. 
En ze liepen weer de gang in richting de prachtige slee, 
En al zwijgend namen ze plaats. Selat trilde bij de gedachten waar de mensen toe in staat waren. 
Haar vader riep:”Eik 5”En de slee kwam weer in gang, En vervolgde zijn weg. Selat zat nog vol, en had nog geen idee waar ze heen ging…………